dinsdag 23 juli 2013

DAG 38: LUI ZIJN OP DE NORRÖNA


Føroyar
ÍSLAND 2013
29-05-2013 >
07-07-2013


Dag 38: vrijdag 5 juli 2013

Traject:
Volle zee > Tórshavn (FO) > volle zee
Via:
---
Kilometer auto:
0 km
Kilometer totaal:
6.930 km
Km-teller auto:
155.411
Weer:
Bewolkt, in de late namiddag opklaringen, 13 graden

DAG 38: LUI ZIJN OP DE NORRÖNA


Rond 3.30 uur liep de Norröna zoals gepland de haven van Tórshavn binnen, onder luid getril van de motoren die het schip in de eerder kleine haven moesten manoevreren. Het was reeds licht (of hoogstens was de schemering wat nadrukkelijker geweest) en ook hier viel uit lage wolken een regengordijn neer. Blijkbaar hadden de regengebieden ook hier hun weg terug gevonden. Gelukkig voor Kurt en voor mij is het hier vier weken geleden wel grotendeels zonnig weer geweest.

Nauwelijks een halfuur later trokken de motoren weer aan en voeren we de haven van de hoofdstad van de Faeroereilanden opnieuw uit. Ik kroop terug in mijn bed en werd in slaap gewiegd door de redelijk zware oceaandeining.

Vanmorgen werd ik om 9 uur wakker,maar ik bleef nog ruim een uur liggen omdat ik vandaag toch niet veel omhanden had. Om 10 uur stond ik op en maakte mijn ontbijt klaar. Er stond nog steeds een redelijk zware deining, die de Norröna af en toe een opdoffer gaf. Het was bewolkt, maar de zon probeerde toch gaten te branden.  

Ik verbleef een groot deel van de dag in mijn knusse kajuit, omdat de bewolking hardnekkig was en het te koud was om lang buiten te vertoeven. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om mijn haardos van 5 weken wat korter te maken en voor de rest bracht ik de dag door in volstrekte luiheid. Het mag ook wel eens.

In de late namiddag brak de zon dan toch helemaal door het wolkendek en was het aangenaam vertoeven op het dek. Ik bleef er ruim twee uren genieten van de frisse zeelucht en het mooie lichtspel van de golven.

Het is nu 22.30 uur en het begint langzaam te schemeren. Voor het eerst in ruim 35 dagen zal ik de duisternis zien invallen. Ik zal ze missen, die lange dagen met dikwijls zon tot een eind voorbij middernacht.

Morgenmiddag legt de Norröna rond 12.30 uur aan in Hirtshals in het noorden van Denemarken. Dan begint de nog ruim1.250 kilometer lange tocht naar huis. Morgenavond slaap ik nog even uit in Bremen in het noordwesten van Duitsland, maar dan lokt na 40 dagen het thuisfront. Gent, here I come.

Tot morgen


Sven





DAG 37: BLESS, BLESS, ÍSLAND!


Føroyar
ÍSLAND 2013
29-05-2013 >
07-07-2013


Dag 37: donderdag 4 juli 2013

Traject:
Seydisfjördur (IS) > volle zee
Via:
---
Kilometer auto:
1 km
Kilometer totaal:
6.930 km
Km-teller auto:
155.411
Weer:
Eerst regen daarna bewolkt met buien , 8 graden

DAG 37: BLESS, BLESS, ÍSLAND!


De dag werd vanmorgen ingezet met regendruppels die tegen het raam kletterden van mijn kamer in de jeugdherberg van Seydisfjördur. Er stond ook een harde wind en de wolken hingen zodanig laag dat je niets meer kon zien van de omringende bergen.

De veerboot ‘Norröna’ was nog niet aangekomen, maar de intense bedrijvigheid in de haven verraadde dat die niet zolang meer zou wegblijven. Er stonden reeds verschillende auto’s, auto’s met caravans, campers en bussen bij de incheckbalie aan te schuiven en ik besloot dat dan ook maar te doen.  

Het inchecken verliep probleemloos (geen gedoe met overschreden hoogtes omwille van dakkoffers) en rond 9 uur stond ik ook in de rij aan te schuiven. De regen kletterde op de voorruit en de wind liet zich ook niet onbetuigd. Oktoberweer in juli: het weer eindigt in IJsland alvast in mineur.

Om 9.30 uur doemde het silhouet van de Norröna in de fjord op. Op twee uren tijd moest de boot worden uitgeladen en opnieuw worden ingeladen, een huzarenstukje. In ieder geval mocht ik een uurtje later het garagedek oprijden en verliet ik de IJslandse bodem. Na een halfuurtje wachten mocht ik mijn intrek nemen in een kajuit met zicht op de voorplecht en juist onder de scheepsbrug: een toplocatie. Zou het toch zo zijn dat je als trouwe klant van de rederij Smyril Line een voetje voor krijgt?

In ieder geval had ik er nu weinig aan, want het zicht was bijna nul en de regen viel nog steeds even enthousiast naar beneden. Om 11.30 uur stipt kondigde een hevig trillen het vertrek van de Norröna aan. Ik ging ondanks het gure weer naar het bovendek en nam voor de vijfde keer afscheid van dit mooie en geliefde land. Bless, bless, Ísland. See you next year (als het aan mij ligt). 

We vaarden de Seydisfjord uit, terwijl alle bergen aan het zicht onttrokken waren door laaghangende wolken. Hier en daar zag je nog een waterval naar beneden klateren maar dan gaf de vuurtoren van Dalatangi ons een definitief tot weerziens. IJsland verdween algauw in de nevelen van dit grillige weer en voor ons lag de Noordelijke Atlantische Oceaan, ondanks de wind nog redelijk kalm en ik hoopte dat dit zo zou blijven.  

Aan boord hernam het luie leventje zich dat eigen is aan lange zeereizen. Ik nam de gelegenheid te baat om nog wat teksten bij te werken en een boek te lezen, eens rond te kuieren in de wandelgangen, want op het dek was het momenteel niet echt aangenaam.
Vannacht zullen we om 3.30 uur in Tórshavn, de hoofdstad van de Faeroereilanden toekomen. Ikzelf zal evenwel in mijn bed mogen blijven liggen, want deze keer laat ik de eilandengroep aan mij voorbij gaan. Het valt me in ieder geval reeds op dat de schemering begint in te vallen, hoewel het hier op deze breedtegraad ook vannacht nog niet volledig donker zal worden. Na 5 weken dag en nacht licht te hebben gezien zal het de volgende dagen evenwel weer wennen zijn aan de duisternis.

Goedenacht en behouden vaart


Sven







DAG 36: SKIËN IN DE OOSTFJORDEN


Føroyar
ÍSLAND 2013
29-05-2013 >
07-07-2013


Dag 36: woensdag 3 juli 2013

Traject:
Borgardfjördur Eystri (Bakkagerdi) > Seydisfjördur
Via:
Egilsstadir, Reydarfjördur, Eskifjördur, Neskaupstadur
Kilometer auto:
251 km
Kilometer totaal:
6.929 km
Km-teller auto:
155.410
Weer:
Overwegend bewolkt maar droog, 10 graden

DAG 36: SKIËN IN DE OOSTFJORDEN


Vanmorgen scheen reeds een uitbundig zonnetjes pal in mijn ruime kamer met zicht op de prachtige baai van Borgarfjördur. Ons guesthouse was rond 7.30 uur nog in diepe rust. Na de drukte van de Japanners was de keuken verlaten. Ik was enkel nog samen met een vriendelijk Deens koppel uit de buurt van Grenaa in het oosten van Jutland en een even vriendelijke Nederlander die ook al voor de vierde keer IJsland verkende, weliswaar met wat tussenpozen van enkele jaren.

Mijn laatste dag hier op IJsland was jammer genoeg aangebroken. Ik wilde vandaag nog eens de Oostfjorden verkennen, in de buurt van de drie redelijk grote vissersdorpen Reydarfjördur, Eskifjördur en Neskaupstadur.
Voor het zover was bracht ik evenwel de auto wat op orde. Dit hield onder meer in dat de dakkoffer terug ín de auto verdween. Het werkje nam nauwelijks een kwartier in beslag en na hartelijk afscheid te hebben genomen van de Denen en de Nederlander bolde ik de 70 kilometer lange weg terug naar Egilsstadir. Daar aangekomen deed ik nog wat boodschappen voor de lange overtocht naar Denemarken.

In de namiddag reed ik door naar Reydarfjördur, het eerste grote dorp aan de Oostfjorden. Het heeft de twijfelachtige reputatie op zijn grondgebied één van de grootste aluminiumfabrieken in IJsland te huisvesten. Voor de energievoorziening van deze fabriek werd trouwens de Kárahnjúkardam gebouwd, die ik eergisteren bezocht. Het mes snijdt echter langs twee kanten. De meeste inwoners hier in Reydarfjördur zullen de fabriek wel genegen zijn, omdat ze werkgelegenheid biedt aan zo’n 300 mensen uit de streek. Anderzijds is de inplanting in één van de mooiste fjorden van Oost-IJsland een aanslag op het landschap en op het milieu. Steeds een moeilijke discussie.  

Ik ging eerst naar de plaatselijke plantenkwekerij om wat typisch IJslandse plantensoorten te kopen, zoals een Alaskapopulier en speciale soorten dwergwilgen. Eens zien of die ook kunnen groeien in ons gematigd zeeklimaat.
Hierna reed ik verder naar Eskifjördur, de volgende vissersplaats in de Oostfjorden. Ik passeerde de reusachtige aluminiumfabriek van Reydarfjördur, compleet met een eigen haven voor het laden en lossen van grondstoffen en goederen. Ik heb even op de kilometerteller gekeken, maar de fabrieksloods had een lengte van ongeveer iets meer dan 1 kilometer!

In Eskifjördur nam ik even pauze en at aan de haven mijn middaglunch op, vooraleer ik de weg verder nam naar Neskaupstadur, de laatste vissershaven in de reeks van de grote drie. Vanaf zeeniveau ging de weg in haarspelbochten naar de Oddskard, een bergpas van ruim 600 meter hoog. Er lagen hier nog pakken sneeuw en er stonden hier verschillende skiliften op de hellingen, waarvan je in de winter met zicht op zee naar beneden kon suizen.

Door een 630 meter lange tunnel kwam je aan de andere kant van de pas uit, van waaruit het weer in haarspeldbochten naar beneden ging in de richting van Neskaupstadur. Het weer was ondertussen wat wisselvalliger geworden en hier en daar viel wat regen uit de lucht. Ik maakte een korte wandeling doorheen het bedrijvige vissersplaatsje en keerde de volledige weg terug naar Reydarfjördur. 

Hier bracht ik nog een bezoekje aan Marleen, de Belgische uitbaatster van de jeugdherberg en deed me tegoed aan haar voortreffelijke lamskoteletjes met rode kool, alweer voorafgegaan door een heerlijke visschotel van het huis. Ik nam hartelijk afscheid van haar en beloofde bij het volgende bezoek zeker terug langs te komen.

In Egilsstadir deed ik nog wat laatste aankopen om mijn laatse IJslandse kronen te verpatsen en dan ging het onherroepelijk over de Fjardarheidi naar Seydisfjördur, mijn laatste overnachtingsplek in IJsland van waaruit ik morgen met de veerboot richting Denemarken zal vertrekken.

Na het inchecken in de plaatselijke jeugdherberg maakte ik nog een lange wandeling langsheen de Seydisfjord en nadien kroop ik vroeg in mijn slaapzak,want morgenochten om 8.30 uur word je reeds verwacht om in te checken voor de overtocht.

Goda nótt


Sven





woensdag 3 juli 2013

DAG 35: BERGWANDELEN AAN DE OCEAAN


Føroyar
ÍSLAND 2013
29-05-2013 >
07-07-2013


Dag 35: dinsdag 2 juli 2013

Traject:
Borgarfjördur Eystri (Bakkagerdi)
Via:
---
Kilometer auto:
0 km
Kilometer totaal:
6.678 km
Km-teller auto:
155.159
Weer:
’s morgens brede opklaringen en relatief zonnig, ’s namiddags iets meer bewolking, 13 graden

DAG 35: BERGWANDELEN AAN DE OCEAAN



Vandaag was een rustdag, voor de auto weliswaar. Jazeker, de kilometerteller blijft vandaag op 0 staan. Ik blijf immers twee nachten in Borgarfjördur Eystri, zodat ik voldoende tijd kan uittrekken hier in dit wandelmekka een fikse bergwandeling te maken, ten minste als het weer meewil. Vanmorgen leek alles in deze richting te wijzen. Een schuchter zonnetje brak af en toe door het wolkendek en het was wat warmer dan gisteren. Over de oceaan lag evenwel een donker wolkenfront, maar voorlopig drong dit niet door naar de kust.

Het ontbijt verliep een beetje chaotisch. Onze Japanse groep had zich lang voor 8 uur alweer van de keuken meester gemaakt en bereidde weer een aantal typische Japanse ontbijtspecialiteiten die me totaal onbekend waren en die een erg rare geur verspreidden. Daarbij kwam nog dat de Japanse gewoonte om bij het eten te slurpen en te smakken allesbehalve smakelijk in de oren klinkt. Ikzelf had me uiteindelijk de brodrooster kunnen toeëigenen zodat ik een toast kon maken. Ondertussen waren de Fransen en de Denen ook opgestaan zodat het in de keuken nog meer drummen werd.

Na het ontbijt nam ik een verkwikkende douche en handelde nog wat af via het internet. Rond 11uur trok ik op pad en wandelde het dorp door en vervolgde de weg naar de verderop gelegen haven. Ik passeerde het strand en daarop hadden de broedende sterns het niet zo begrepen. Ik werd alweer aangevallen en dit keer was het prijs. Een agressief exemplaar pikte dwars door mijn nochtans weelderige haardos en een bloedend wondje was het resultaat. De volgende 100 meter liep ik  met klappende handen boven mijn hoofd het oorlogsgebied door, weer een ervaring rijker: hou altijd een muts bij de hand, ook al is het warm. Nadien nog gehoord van een IJslander: neem altijd een stok met bij voorkeur een zakdoek of vlagje eraan vastgebonden. Aanvallende sternen mikken immers steeds op het hoogste punt.

Na de strijd met de sternen sloeg ik de wandelweg naar Brunavik in, een verlaten baai die achter twee hoge bergen verscholen ligt. Het pad liep over een steil oplopende gravelweg, die ook voor terreinwagens dienst doet. Na een uurtje stappen kwam ik over Hofstrandarskard, een bergkam die tussen de Geitfell (587 meter) en de Svartfell (510 meter) loopt. Het lijken geen duizelingwekkende hoogtes, maar je moet rekenen dat je start op zeeniveau en ik dus het eerste uur ruim 500 meter gestegen was.

Na het zware werk kwam een welkome afdaling naar de vallei die uitgeeft op de Brúnavikbaai. Er waren malse bergweiden geel en wit gekleurd door de boterbloempjes en het wollegras. Schapen deden zich tegoed aan het diepgroene gras. Uiteindelijk kwam ik na nog een uurtje stappen aan in Brúnavik, een beschutte baai waar ook een noodhut staat. Ik nam uit nieuwsgierigheid een kijkje. De inrichting was heel spartaans, of wat had je gedacht. Het is steeds een laatste toevluchtsoord voor als het weer plotseling omslaat.

Nu was de zon evenwel van de partij en ik was trouwens niet de enige wandelaar. Rond de baai hadden ook andere wandelaars het zich gemakkelijk gemaakt en genoten van een welverdiende pauze. Ikzelf ben er wel een uurtje blijven zitten, af en toe indommelend want ik had deze nacht wel vast geslapen maar alweer niet teveel uurtjes. Ja, deze klaarlichte nachten doen toch wel iets met je biologische klok.

Rond 15 uur vertrok de laatste wandelaar in de richting van het dorp. Ik pakte toen ook maar mijn spullen samen, want het begon wat meer te bewolken en ik was beducht voor een omslag van het weer. Nu begon het echte klimwerk over een steil bergpad naar de Brúnavikurskard. Ik was ruim een uur zoet met stijgen en was blij dat ik op de bergkam stond en uiteindelijk weer zicht kreeg op de baai en het vissersdorpje.

Nu volgde een gemakkelijke afdaling en nog een uurtje later stond ik aan de haven van Borgarfjördur Eystri. Vandaar was het dan nog een uurtje lopen naar het dorp maar vooraleer ik die terugtocht aanvatte ging ik nog naar het uitkijkplatform waar je talloze zeevogels kon spotten, waaronder ook de befaamde puffins. Ze vlogen af en aan met visjes in hun bek bestemd voor hun jongen, een prachtig zicht.

De wandeling terug naar het dorp was in vergelijking met wat voorafging een lachertje, maar ik moest weer de boze sterns trosteren. Nu speelde ik het spel slimmer en hield mijn bijna lege rugzak over mijn hoofd. Blijkbaar hadden de booswichten door dat ze me toch niet konden treffen en na wat schijnaanvallen lieten ze me totaal links liggen.

Omstreeks 18 uur was ik terug in mijn guesthouse waar ik mijn  eigen potje weer kookte. Ik had de keuken voor mij alleen want de Japanners waren blijkbaar vertrokken. Een ware verademing.

Na een goede douche om het zweet van de dag af te spoelen lig ik hier nu weer in mijn bed met zicht op zee mijn stukje van de dag in te tokkelen. Ik weet één ding: het zal vanavond niet laat worden. Hopelijk krijg ik geen nachtmerries van die sternen.

Slaapwel en tot morgen


Sven