Føroyar
ÍSLAND 2013
29-05-2013 >
07-07-2013
|
||||
Dag 36: woensdag
3 juli 2013
|
||||
Traject:
|
Borgardfjördur
Eystri (Bakkagerdi) > Seydisfjördur
|
|||
Via:
|
Egilsstadir, Reydarfjördur, Eskifjördur,
Neskaupstadur
|
|||
Kilometer auto:
|
251 km
|
|||
Kilometer totaal:
|
6.929 km
|
|||
Km-teller auto:
|
155.410
|
|||
Weer:
|
Overwegend
bewolkt maar droog, 10 graden
|
|||
DAG 36: SKIËN IN DE OOSTFJORDEN
Vanmorgen scheen reeds een uitbundig zonnetjes pal in
mijn ruime kamer met zicht op de prachtige baai van Borgarfjördur. Ons
guesthouse was rond 7.30 uur nog in diepe rust. Na de drukte van de Japanners
was de keuken verlaten. Ik was enkel nog samen met een vriendelijk Deens koppel
uit de buurt van Grenaa in het oosten van Jutland en een even vriendelijke
Nederlander die ook al voor de vierde keer IJsland verkende, weliswaar met wat
tussenpozen van enkele jaren.
Mijn laatste dag hier op IJsland was jammer genoeg
aangebroken. Ik wilde vandaag nog eens de Oostfjorden verkennen, in de buurt
van de drie redelijk grote vissersdorpen Reydarfjördur, Eskifjördur en
Neskaupstadur.
Voor het zover was bracht ik evenwel de auto wat op
orde. Dit hield onder meer in dat de dakkoffer terug ín de auto verdween. Het
werkje nam nauwelijks een kwartier in beslag en na hartelijk afscheid te hebben
genomen van de Denen en de Nederlander bolde ik de 70 kilometer lange weg terug
naar Egilsstadir. Daar aangekomen deed ik nog wat boodschappen voor de lange
overtocht naar Denemarken.
In de namiddag reed ik door naar Reydarfjördur, het
eerste grote dorp aan de Oostfjorden. Het heeft de twijfelachtige reputatie op
zijn grondgebied één van de grootste aluminiumfabrieken in IJsland te
huisvesten. Voor de energievoorziening van deze fabriek werd trouwens de Kárahnjúkardam
gebouwd, die ik eergisteren bezocht. Het mes snijdt echter langs twee kanten.
De meeste inwoners hier in Reydarfjördur zullen de fabriek wel genegen zijn,
omdat ze werkgelegenheid biedt aan zo’n 300 mensen uit de streek. Anderzijds is
de inplanting in één van de mooiste fjorden van Oost-IJsland een aanslag op het
landschap en op het milieu. Steeds een moeilijke discussie.
Ik ging eerst naar de plaatselijke plantenkwekerij om
wat typisch IJslandse plantensoorten te kopen, zoals een Alaskapopulier en
speciale soorten dwergwilgen. Eens zien of die ook kunnen groeien in ons
gematigd zeeklimaat.
Hierna reed ik verder naar Eskifjördur, de volgende
vissersplaats in de Oostfjorden. Ik passeerde de reusachtige aluminiumfabriek
van Reydarfjördur, compleet met een eigen haven voor het laden en lossen van
grondstoffen en goederen. Ik heb even op de kilometerteller gekeken, maar de
fabrieksloods had een lengte van ongeveer iets meer dan 1 kilometer!
In Eskifjördur nam ik even pauze en at aan de haven
mijn middaglunch op, vooraleer ik de weg verder nam naar Neskaupstadur, de
laatste vissershaven in de reeks van de grote drie. Vanaf zeeniveau ging de weg
in haarspelbochten naar de Oddskard, een bergpas van ruim 600 meter hoog. Er
lagen hier nog pakken sneeuw en er stonden hier verschillende skiliften op de
hellingen, waarvan je in de winter met zicht op zee naar beneden kon suizen.
Door een 630 meter lange tunnel kwam je aan de andere
kant van de pas uit, van waaruit het weer in haarspeldbochten naar beneden ging
in de richting van Neskaupstadur. Het weer was ondertussen wat wisselvalliger
geworden en hier en daar viel wat regen uit de lucht. Ik maakte een korte
wandeling doorheen het bedrijvige vissersplaatsje en keerde de volledige weg
terug naar Reydarfjördur.
Hier bracht ik nog een bezoekje aan Marleen, de
Belgische uitbaatster van de jeugdherberg en deed me tegoed aan haar
voortreffelijke lamskoteletjes met rode kool, alweer voorafgegaan door een
heerlijke visschotel van het huis. Ik nam hartelijk afscheid van haar en
beloofde bij het volgende bezoek zeker terug langs te komen.
In Egilsstadir deed ik nog wat laatste aankopen om mijn
laatse IJslandse kronen te
verpatsen en dan ging het onherroepelijk over de Fjardarheidi naar
Seydisfjördur, mijn laatste overnachtingsplek in IJsland van waaruit ik morgen
met de veerboot richting Denemarken zal vertrekken.
Na het inchecken in de plaatselijke jeugdherberg maakte
ik nog een lange wandeling langsheen de Seydisfjord en nadien kroop ik vroeg in
mijn slaapzak,want morgenochten om 8.30 uur word je reeds verwacht om in te
checken voor de overtocht.
Goda nótt
Sven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten