dinsdag 2 oktober 2012

DAG 24: NOG EEN LAATSTE RONDJE OP HET SCHIEREILAND REYKJANES


IJSLANDREIS 2012
06-09-2012 >
07-10-2012





Dag 24: zaterdag 29 september 2012

Traject:
Reykjavík > Keflavík
Via:
Hafnarfjördur-Krysuvik-Seltún-Grindavík
Kilometer auto:
96 km
Kilometer totaal:
4.979,7 km
Km-teller auto:
121.067
Weer:
Bewolkt maar droog weer, 6 graden


DAG 24: NOG EEN LAATSTE RONDJE OP HET SCHIEREILAND REYKJANES


Voor mijn medereizigers was vandaag de laatste dag in IJsland aangebroken. Zeer tegen onze zin ontruimden we onze prachtige appartement in het centrum van Reykjavík en na het gebruikelijke ontbijt gingen we nog snel even elk ons weegs om dingen die we vergeten waren bij het vele shoppen van de laatste dagen.

Lies verlangde nog een blitzbezoek aan het Nationaal Museum van IJsland om aldaar in de shop nog iets op te halen en daarna verlieten we de hoofdstad in de richting van het schiereiland Reykjanes.

We stopten in de voorstad Hafnarfjördur, letterlijk ‘stad in de lava’, die zich profileert als dé Vikinghoofdstad van IJsland. In feite is het een voorstad geworden die opgegaan is in de ‘grote’ agglomeratie van Reykjavík . Niettemin is het de op twee na grootste stad van IJsland, met zo’n 26.000 inwoners, elfen niet meegerekend, vermeldt onze Trotter. Blijkbaar zou de stad op de kruising van twee energielijnen liggen en dat zou het verborgen volkje aantrekken. Tja, geloof het of niet!

Dat de stad zich wil opmerkingen als ambassadeur van de Vikingen werd al snel duidelijk toen we in de haven een plaatsje zochten voor onze twee vehikels. We parkeerden naast Hotel Viking en er was een volledig ingericht complex in Vikingstijl met annex restaurant en slaapgelegenheid in een heuse Vikingstraat. Het liep tegen de middag en we lieten ons verwennen met heel lekkere champignonsoep. Die Vikingen verstonden blijkbaar de kunst om goede soep te maken.

Nadat onze magen gevuld waren (bij ondergetekende zelfs twee keer, want een ‘refill’ behoorde tot de mogelijkheden) trokken we richting zuidwesten naar het schiereiland Reykjanes. We reden eerst langsheen kilometerslange lavavelden bedekt met centimeters dik mos. Na een 20 kilometer tijden kondigde het vertrouwde bordje ‘Malbik endar’ aan dat we een gravelweg voor de wielen kregen geschoven. We reden door de bergketen die de ruggengraat vormt van het schiereiland en kwamen dan uit aan de oevers van het wondermooie Kleifarvatn, een prachtig meer met pikzwarte zandstranden en grillige rotsformaties.

Voorbij het meer kwamen we aan het solfatarenveld van Krýsuvik-Seltún. De talloze kokende modderpoelen en fumarolen geven aan dat de ondergrond hier ontzettend heet moet zijn, volgens onze gids zo’n 200 graden op 1.000 meter diepte. De ontsnappende stoomwolken en de alles overheersende zwavelgeur van rotte eieren lieten inderdaad niets aan de verbeelding over.

Opgelucht dat we de ontzettende stank achter ons mochten laten reden we verder tot aan de zuidkust van het schiereiland en gingen in westelijke richting naar Grindavík, de belangrijkste vissershaven in het zuiden van Reykjanes. Hier trokken we terug naar het noorden, voorbij de Blue Lagoon (Bláa Lónid) naar Njardvík, waar we een bezoek brachten aan Vikingaheimar, een heel interessant museum gewijd aan het leven van de Vikingen, met de nadruk op de vaartuigen die ze gebruikten om de zeeën en oceanen te bedwingen. Het is ondergebracht in een ultramodern gebouw aan de rand van het water en herbergt een kopie van een Vikingschip dat ook echt heeft gevaren en de tocht heeft gemaakt die Leifúr Eirikssón zou ondernomen hebben en die hem tot in Newfoundland bracht. Zo werd hij de eigenlijke ontdekker van Amerika vóór Columbus.

Hierna reden we naar onze laatste overnachtingsplek van onze gemeenschappelijke reis. Op nauwelijks 5 minuten rijden van de internationale luchthaven van Keflavík vonden we met veel moeite ons hotel in typische motelstijl, met ruime kamers en vooral heel hoog uitgevallen bedden, waar je bijna een trapladdertje nodig had om erin te geraken. Alles ademde een typisch Amerikaanse sfeer uit, wat ons deed vermoeden dat de gebouwen vroeger nog dienst hebben gedaan als kazerne voor de Amerikaanse strijdkrachten, want tot in de jaren ’80 was hier in Keflavík een NATO-basis gevestigd.

We gingen eten in het hotel in Keflavík waar we de eerste avond waren geweest en reeds rond 21.30 uur gingen we al onder zeil, want mijn reisgenoten (en ikzelf ook) moesten de volgende morgen reeds om 3.45 uur uit de veren om hun vliegtuig te halen naar Brussel.

Slaapwel en tot heel morgenvroeg

Lies, Annie, Jacqueline, Jan en Sven (verslaggever)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten