zaterdag 6 oktober 2012

DAG 27: ROND DE BERUFJÖRDUR NAAR DJÚPIVOGUR


IJSLANDREIS 2012
06-09-2012 >
07-10-2012





Dag 27: dinsdag 2 oktober 2012

Traject:
Berunes > Berunes
Via:
Djúpivogur
Kilometer auto:
83 km
Kilometer totaal:
5.820,2 km
Km-teller auto:
121.908
Weer:
Gedeeltelijk bewolkt maar ook zonnige periodes. Stormachtige wind, 6 graden.


DAG 27: ROND DE BERUFJÖRDUR NAAR DJÚPIVOGUR


Afgelopen nacht had de wind overuren gedaan. Vanuit het binnenland kwam hij pal uit het noorden en had vrij spel in de Berufjordür om er in volle kracht tegenaan te gaan. Af en toe kraakten de houten balken van het oude boerderijtje van Berunes, dat de zware windstoten moest incasseren. Mijn dakkoffer stond te trillen op zijn bagagedrager, maar de spanbanden hielden gelukkig alles op zijn plaats.

Ondanks de harde wind viel het weer verder  zeker mee. De zon speelde verstoppertje achter de snel voorbijdrijvende wolken maar kwam geregeld eens langer tevoorschijn. Ik besloot naar Djúpivogur te rijden, een klein stadje dat aan de overzijde van de Berufjord ligt. In vogelvlucht was het volgens mijn GPS slechts 3,6 kilometer van Berunes gelegen, maar de rit rond de fjord was zomaar eventjes 12 keer zo lang, meer bepaald 42 kilometer. In ruil voor deze rit kreeg je echter een prachtig zicht op de omringende bergen, waarvan sommige (nu reeds besneeuwde) toppen boven de 1.000 meter uitstegen, zoals die van de 1.069 meter hoge Búlandstindur.

Na een rit van een goed half uur kwam ik aan in Djúpivogur, dat vooral als vissershaven bekend is. De laatste jaren is het toerisme in de regio evenwel in belangrijke mate toegenomen, doordat de schitterende omgeving uitnodigt tot lange wandelingen in de omringende bergen en langsheen de kust. Ook de vele vogels die er in de zomer nestelen trekken natuurliefhebbers aan.

Begin oktober bleek evenwel dat het stadje al aan de winterslaap was begonnen. Het enige museum en de weinige winkeltjes waren allemaal gesloten.  Ik besloot een wandeling te maken in de richting van de Berufjord, naar de oranjegekleurde vuurtoren, zoals die op IJsland veel voorkomen. Ondanks de harde wind waartegen je moest optornen was het best draaglijk in de oktoberzon.

Onderweg passeerde ik een kunstwerk onder de vorm van 34 reusachtige eieren in natuursteen die in wijde boog stonden opgesteld in Gledivik, een kleine baai in de omgeving van het stadje. Het gaat om de eieren van de vogels die hier in de lente en zomer hun broedplaats in de omgeving hebben. Ze zijn allemaal in verhouding gemaakt. Het werk kreeg de titel ‘The Eggs of Merry Bay’ en is van de hand van de  IJslandse kunstenaar Sigurdir Gudmundsson.   

Verder naar de vuurtoren toe had je een prachtig zicht op de monding van de Berufjord, waar de door de wind opgezweepte golven hun witte schuimkoppen moedig in de richting van de zee richtten. In de beschutting van de vuurtoren nam ik de tijd om wat te eten en te genieten van het machtige landschap.

Terug in Djúpivogur vond ik een kleine supermarkt open om eten voor vanavond in te slaan. Daarna vertrok ik in de richting van de kust om een lange wandeling te maken langsheen de vele baaien met kleine zwarte zandstrandjes afgewisseld met woeste rotsformaties. De zee lag bezaaid met kleine rotseilandjes en in de verte kon je Papey zien liggen, een groter eiland dat in de zomer kan worden bezocht en reeds in de 11-de eeuw zou zijn bewoond door Ierse monniken.

Om 18uur begon het te schemeren en ik besloot de rit terug rond de Berufjord te ondernemen wanneer het nog licht was. Naar het binnenland toe kreeg ik de wind op kop en ik moest wederom mijn stuur goed vasthouden om op de weg te blijven. De wind scheen nog in kracht toe te nemen en ik was blij dat ik terug bij de boerderij was.

Ondertussen hadden mijn Zwitserse verblijfsgenoten nog het gezelschap gekregen van een Zwitserse motorrijder uit Zürich, die op goed geluk toch nog bij ons een onderkomen had gevonden voor de nacht. Immers, in de wijde omgeving waren er niet veel andere overnachtingsmogelijkheden. Ook voor hem zat de rondreis doorheen IJsland erop en we zouden dus allen morgen de boot opgaan in Seydisfjördur.

Ik ging na een gezellige babbel in het Duits (toch weer wat aanpassen na al die weken Engels en soms wat IJslandse woordjes ertussen) opnieuw een verslagje van de dag in mijn computer intikken. Buiten floot de wind nog een toontje hoger en het huisje kraakte in zijn voegen.

Iets voor middernacht kroop ik in mijn slaapzak en de huilende wind wiegde me in slaap.

Tot morgen

Sven   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten