zaterdag 6 oktober 2012

DAG 26: BERGEN, GLETSJERS EN DE OCEAAN


IJSLANDREIS 2012
06-09-2012 >
07-10-2012





Dag 26: maandag 1 oktober 2012

Traject:
Vík > Berunes
Via:
Reynishverfi-Kirkjubaejarklaustur-Skaftafell-Jökulsárlón-Höfn-Djúpivogur
Kilometer auto:
450 km
Kilometer totaal:
5.737,5 km
Km-teller auto:
121.825
Weer:
Zonnig weer en relatief warm, 11 graden. In de namiddag wat meer bewolking en enkele buien. In de avond erg winderig tot stormachtig.


DAG 26: BERGEN, GLETSJERS EN DE OCEAAN


De herfstmaand oktober had vandaag zijn intrede gedaan in IJsland, maar de weergoden bleken zich ook daarvan bitter weinig aan te trekken. Vanmorgen wekte een uitbundig schijnend najaarszonnetje me uit mijn slaap. Dat was nog eens lang geleden. Geen ochtendgrijs, maar direct een staalblauwe lucht overspande het kleine dorpje Vík. Ik verloor geen tijd om hiervan te genieten en na een uitgebreid ontbijt trok ik de mooie zonnige wereld in.

Ik bracht eerst een bezoek aan het strand van Reynishverfi, ongeveer 5 kilometer ten westen van Vík. Vanop het zwarte zandstrand had je een prachtig uitzicht op kaap Dyrholaey, waar ik gisteren was geweest. De golven die op het strand braken waren reusachtig en je bewaarde best een veilige afstand, want voordat je het wist werd je de zee ingetrokken.

Aan de oostkant stonden de rotsen van Reynisdrangar de branding te trotseren. Volgens de overlevering zouden het versteende trollen zijn die bezig waren een schip voort te trekken toen zij werden verrast door de zonsopgang en daardoor in steen veranderden. Met wat inlevingsvermogen zou je inderdaad dergelijk tafereel in de rotsformatie moeten zien, maar het vergt heel wat creativiteit.

Ik reed terug in oostelijke richting op de ringweg, want er stond me een lange rit van 450 kilometer te wachten, en op een tweevaksbaan leg je die niet zomaar in een paar uur af. Het landschap toonde prachtige vergezichten. Achter mij stak de ijskap van de Myrdalsjökull schril af tegen de blauwe hemel. Links en rechts zag je respectievelijk de bergen van het binnenland en de zee. Voor mij strekte zich het Eldhraun, het grootste lavaveld van IJsland voor me uit. Aan de horizon zag je ook de bergketen van Oraefi opdoemen, en die lag toch nog makkelijk 200 kilometer verder.

Tegen de middag passeerde ik het dorpje Kirkjubaejarklaustur, een naam om u tegen te zeggen, maar het gehuchtje steltniet meer voor dan een groep huisjes en een benzinestation. Even verder maakte ik een zijsprong naar het schilderachtig gelegen kerkje van Prestbakki, met rondom een kerkhof waar de doden onder een grasheuveltje liggen begraven.

De rit ging verder door de grote spoelzandvlakten en dan kwamen de eerste gletsjers in zicht, die deel uitmaakten van het Nationaal Park Skaftafell. Daar aangekomen maakte ik een wandeling naar de voet van de Skaftafellgletsjer. De gletsjer is sinds vorig jaar wat witter geworden, want toen was het ijsoppervlak bedolven onder de zwarte vulkaanas van de pas uitgebarsten Grimsvötn.

Rond 15 uur zette ik mijn oostelijke tocht verder, want er moest nog zeker 200 kilometer worden afgebold. Ik hield nog even halt aan het Jökullsarlón, het gletsjermeer aan e rand van de oceaan. Op het strand lagen reusachtige ijsblokken en in combinatie met de woelige branding leverde dit een prachtig schouwspel op. Aan het meer zelf was het wat rustiger maar daarom niet minder mooi. Met de reusachtige gletsjer op de achtergrond en ijsblokken als huizen zo groot op de voorgrond waande je je voor eventjes in echt poolgebied.

De ringweg leidde verder naar Höfn (spreek uit als Hub’n), een groter dorp aan de zuidoostkust van IJsland. Hier deed ik nog wat inkopen voor de volgende twee dagen en tankte nog wat benzine bij, want na dit stadje was er gedurende 250 kilometer geen gehucht de naam stad waardig te bespeuren. Het begon al wat te schemeren en ik begon aan mijn laatste 150 kilometer van vandaag. Het was reeds pikdonker toen ik rond 19.30 uur in Berunes, mijn volgende overnachtingsplek aankwam. Olafúr, de allervriendelijkste uitbater van deze jeugdherberg stond me reeds op te wachten en ontving me hartelijk. Ik werd voorgesteld aan nog twee gasten die hier verbleven, een gepensioneerd Zwitsers koppel uit Zürich dat hier sinds begin juni al rondtoert op IJsland.

Na wat te hebben bijgepraat in mijn beste Duits en zelf wat te hebben gekokkereld (een blik vleesballetjes in tomatensaus gecombineerd met wat tortellini: lekker!) kroop ik rond 22 uur mijn bed in mijn knusse kamer in. Buiten stak een stormwind op en die zou de volgende dag en nacht niet gaan liggen, zo zal blijken later.

Tot morgen en slaap lekker

Sven 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten