dinsdag 13 oktober 2020

DAG 19: DE DOORSTEEK NAAR HET IJSLANDSE NOORDOOSTEN

           IJSLANDREIS 2020

24-09-2020 > 31-10-2020



Dag 19: maandag 12 oktober 2020

Traject:
Berunes (Djúpivogur) > Ásbyrgi
Via: Öxi-Egilsstaðir-Vopnafjörður-Fuglabjarganes-Þórshöfn

Kilometer auto:
386 km
Kilometer totaal:
2.504 km
Km-teller auto:
110111

Aantal geregistreerde stappen vandaag:
8.778 (6,5 km op 01:32) - totaal: 204.184 (150,2 km op 35:35)

Weer:
Overwegend bewolkt met hier en daar een schuchtere opklaring maar droog: 5 graden



Vandaag staat een lange rit op het programma. Ik ben nagenoeg twee weken in de Oostfjorden geweest en ga eens een andere regio verkennen. Aangezien het noorden van het land voor deze week de beste weerkaarten kennen, ga ik dus deze richting uit. Ik plan om vanavond in de buurt van Ásbyrgi te zijn, in het noordoosten van het land.

Hier in Berunes heeft de wind de hemel schoongeveegd en ook de nabijgelegen bergen beginnen zich weer te laten zien. Ik neem afscheid van Ólafur en Anna en rijd in de richting van Egilsstaðir. Aan het einde van de Berufjord rijd ik de 532 meter hoge en 19 kilometer lange Öxipas over. Hier hangt er nog heel wat bewolking, maar de zon probeert ook hier door te breken.

Op de weg naar Egilsstaðir stop ik nog even in Þórdalsheiði. Vorig jaar was ik hier met Marlín en Jón in een kloof, doorsneden van lavamuren. Alhoewel de weg ernaar toe een F-weg (bergweg) is en bijgevolg enkel geschikt is voor minsten 4x4-voertuigen, lukt het om het eerste deel met een gewone wagen op te rijden. Het is hier ook wat mistig, maar juist dit heeft het omliggende landschap een extra mysterieuze dimensie. 

Terug op de hoofdweg stop ik even in Egilsstaðir om bij te tanken en wat proviand voor de volgende dagen in te slaan. Immers, de volgende drie dagen vertoef ik in gebieden die in het beste geval enkel een buurtwinkeltje hebben, waarbij de concurrentie in een straal van minstens 100 kilometer verwijderd is.

Rond de middag begin ik eindelijk aan mijn driehonderd kilometer lange tocht, eerst langsheen de ringweg 1 en vervolgens weg nr. 85 die de noordoosthoek van IJsland bedient. Onderweg stop ik even ten noorden van het plaatsje Vopnafjördur voor een wandeling naar het schiereiland van Fuglabjarganes. Ook deze wandeling staat al een poosje op mijn verlanglijstje. De bewolking heeft ondertussen weer de overhand genomen, maar het blijft gelukkig droog. 

Ook hier zijn er weer uitgestrekte zwarte zandstranden te vinden die bezaaid zijn met wrakhout in alle soorten en vormen. Minder aangenaam is dat er tussen het hout ook heel veel plastics liggen aangespoeld. Ook het 'ongerepte' IJsland blijft hiervan niet gespaard. Tussen dat alles vind ik zowaar een walvisbot.

Aan het einde van het schiereiland doemen voor de rotskust enorme vrijstaande rotsformaties op. Het zijn er zeker een tiental. Op de toppen nestelen zich zeevogels. Momenteel is het er redelijk kalm in vogelland, maar in het voorjaar moet het hier een drukte van jewelste zijn.

Na mijn wandeling naar de rotsformaties van Fuglabjarganes heb ik nog een rit van een slordige 150 kilometer voor de boeg. Het is iets voor vijf uur en de bewolking is nog steeds aanwezig. Het lijkt snel donker te gaan worden, maar in de richting van het noordwesten, waar ik naartoe rij, breekt de bewolking en komt de avondzon er opnieuw door. Onderweg passeer ik nog een werfzone waar uitgebreide wegwerkzaamheden plaats vinden, ook op dit uur van de dag.

Rond zeven uur kom ik dan eindelijk aan in Dettifoss guesthouse, mijn slaapplaats voor de komende twee nachten. Er is geen toerist te bekennen, maar er logeren wel arbeiders van een aannemingsfirma die hier in de buurt boorwerkzaamheden aan het uitvoeren zijn.

Na het eten en wat computeren komt een eind aan deze lange dag. Morgen en de volgende dagen zou het hier mooi najaarsweer moeten worden. Hopelijk hebben de weersvoorspellers het bij het rechte eind.

Sjáumst á morgun!



Op de Öxipas, tussen de Berufjord en Egilsstaðir, wordt het gravelwegdek nog eventjes vlak gelegd, zodat de vele putten verdwijnen. Nochtans is deze pas tijdens de wintermaanden volledig dicht voor het autoverkeer (Öxipas, Djúpivogur, Austfirðir, Austurland, Oost-IJsland)




In Þórdalsheidi kan je in een kloof naar boven klimmen tot aan een kleine waterval, die over een kleine basaltmuur naar beneden valt. Je vindt hier ook veel obsidiaan of 'vulkanisch glas', een snel gestolde lavasoort (Þórdalsheiði, omgeving Egilsstaðir, Austurland, Oost-IJsland)




Voordat we de grote rit naar het noordoosten aanvatten ga ik nog snel even boodschappen gaan doen in de Bónus van Egilsstaðir (Egilsstaðir, Austurland, Oost-IJsland)


   


Op het strand van Fuglabjarganes hebben kleine beekjes enorme sierlijk, kronkelende geulen in het zwarte zandstrand uitgediept (Fuglabjarganes, Vopnafjörður, Austurland, Oost-IJsland)



Deze richting uit? (Fuglabjarganes, Vopnafjörður, Austurland, Oost-IJsland)




Aan het einde van het schiereilandje van Fuglabjarganes staan enorme, vrijstaande lavamuren in zee (Fuglabjarganes, Vopnafjörður, Austurland, Oost-IJsland)



Op de rotsformaties houden zich ook deze tijd van het jaar talloze vogels op. In het voorjaar zullen het er ongetwijfeld nóg meer zijn (Fuglabjarganes, Vopnafjörður, Austurland, Oost-IJsland)



Een stukje van een walvis gevonden... (Fuglabjarganes, Vopnafjörður, Austurland, Oost-IJsland)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten