IJSLANDREIS 2020
24-09-2020 > 31-10-2020
Dag 8: donderdag 1 oktober 2020
IN QUARANTAINE IN VALHÖLL - REYÐARFJÖRÐÜR: DAG # 2
Aantal geregistreerde stappen vandaag:
24.738 (18,2 km op 04:19) - totaal: 63.734 (47,0 km op 11:06)
Weer:
Zeer zonnig: 8 graden
Vandaag quarantainedag #2 in Valhöll, een oude charmante woning aan de rand van de Reyðarfjord:
De regen van gisteren lijkt volledig weggespoeld. Doorheen de gordijnspleten van mijn slaapkamer priemen uitbundige zonnestralen. Mijn vermoeden wordt bevestigd: de lucht is helblauw en de zon schijnt op de hoge bergen die de Reyðarfjord omringen. Sommige bergtoppen zijn al getooid met een wit laagje sneeuw.
Heel onverwacht komt deze zonnige dag niet. Gisteren had ik op de weersite gezien dat vandaag een mooie najaarsdag zou worden. Jammer genoeg is het evenwel een eendagsvlieg. Op het weekoverzicht staan alle volgende dagen ingekleurd met een grijze wolk, waar alweer regen uitvalt, nu eens onder de vorm van gedruppel, dan weer intenser.
We leven echter in het hier en nu. Na het ontbijt maak ik me klaar om een lange wandeling te maken in het nabijgelegen Svínadalur of 'Varkensdal'. Ik maakte deze wandeling ook in het voorjaar van 2019, maar toen was het dal voor een groot deel nog bedekt met sneeuwvelden. Benieuwd hoe het er in de herfst uitziet.
Eenmaal buiten zie je pas welke energie het zonlicht aan de mensen geeft. Het dorp leeft op en veel mensen zijn aan de slag in hun tuin en kinderen spelen op de omliggende heuvels. Ik probeer zover mogelijk uit de buurt te blijven, zoals het een notoire pestlijder in quarantaine past. Ik volg de rivier de Búdará stroomopwaarts richting Svínadalur en passeer de Búdarárfoss, de waterval waar ik eergisterenavond nog zowat werd natgeregend. Daarna kruis ik de enorme hoogspanningsmasten, die elektriciteit leveren aan de hier iets verderop liggende aluminiumsmelterij.
Hierna begint de brede vallei van het Svínadalur en loop ik helemaal alleen op de paadjes, nu eens duidelijk herkenbaar, dan weer verdwenen of overwoekerd door omliggende grashalmen. Het is duidelijk dat het hier enorm veel geregend heeft, want op sommige plaatsen staat het water op het pad en moet ik wat omlopen.
De herfstkleuren van de vegetatie zijn prachtig: alle schakeringen komen voor, gaande van lichtgeel, over oranje tot dieprood. Langsheen de berghellingen vinden kleine stroompjes hun weg naar de Búdará, die hogerop eigenlijk maar een fors uit de kluiten gewassen bergbeek is.
Bij de middagstop bekom ik bijna niet van mijn verbazing als een rendier ongeveer op een honderdtal meter voorbij mij het hogere dal inloopt, op zijn dooie gemak. Hij heeft er duidelijk geen erg in (ofwel is hij min of meer tam) dat ik in zijn nabijheid vertoef.
In zijn kielzog loop ik nog een uurtje het dal verder in, maar het rendier is allang achter de bergtoppen verdwenen. Ik houd rond halfvier halt bij een zoveelste mooie waterval. Het wordt tijd om rechtsomkeert te maken, want de zon is bezig aan haar tocht naar de westerkim en het dal zelf begint in de schaduw van de omliggende bergen te liggen.
Op de terugweg word ik nog aangenaam verrast door een presentje dat het rendier of één van zijn (jongere) soortgenoten in het dal heeft achtergelaten: een stukje gewei ligt achteloos afgegooid op mijn pad. Een leuke verrassing!
De weg terug is makkelijk, temeer omdat het steeds maar bergaf gaat. Aan het begin van het dal schijnt de zon nog uitbundig en daar geniet ik nog een halfuurtje van de intense zonneschijn en -warmte. Rond halfzeven verdwijnt de zon echter en wordt het weer fris. De laatste zonnestralen schijnen op de omringende bergtoppen.
Bij de terugkeer in het dorp word ik alweer 'schandalig' verwend door Marleen. Ik krijg een overheerlijke visschotel aangereikt die ik met smaak opat. Zelfs de vingers werden ingezet om van die delicatesse tot op het einde te genieten. Als er ooit op deze wereld een betere quarantaineplaats te vinden is, laat het me weten, maar ik denk dat dat niet het geval is.
Tot morgen!
De zonnestralen priemen uitnodigend doorheen de ramen van mijn living. De weergoden hebben het decor van de bergen teruggezet (Valhöll, Reyðarfjörður, Austfirðir, Austurland, Oost-IJsland)
Het huis Valhöll in zijn volle glorie. Ik heb op het gelijkvloers de eerste vijf ramen met zicht op de fjord tot mijn beschikking. Daarboven woont mijn onbekende buur (waarmee ik dus tijdens mijn quarantaine zeker geen contact mag hebben (Valhöll, Reyðarfjörður, Austfirðir, Austurland, Oost-IJsland)
Goudgekleurde herfstblaadjes van populieren (Reyðarfjörður, Austfirðir, Austurland, Oost-IJsland)
Zicht vanuit het bovendal van het Svínadalur naar de bergen die de Reyðarfjord omringen. In het midden stroomt de rivier de Búdará, die op deze hoogte nog niet meer is dan een fors uitgegroeide bergbeek (Svínadalur, Reyðarfjörður, Austfirðir, Austurland, Oost-IJsland)
Tijdens mijn middagstop stapt dit rendier doodgemoedereerd op ongeveer een 100 meter voorbij mij. Ofwel is hij mensen gewoon, ofwel heeft hij me niet gezien (Svínadalur, Reyðarfjörður, Austfirðir, Austurland, Oost-IJsland)
Aan één van de vele watervallen in het bovendal in Svínadalur... (Svínadalur, Reyðarfjörður, Austfirðir, Austurland, Oost-IJsland)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten