IJSLANDREIS 2020
24-09-2020 > 31-10-2020
Dag 29: donderdag 22 oktober 2020
Traject:
Skógar > Hvoll
Via: Seljavellir-Vík í Mýrdal-Reynisfjara-Vík í Mýrdal-Kirkjubæjarklaustur
Kilometer auto:
175 km
Kilometer totaal:
3.965 km
Km-teller auto:
111572
Aantal geregistreerde stappen vandaag:
13.124 (9,6 km op 02:17) - totaal: 391.402 (287,9 km op 68:16)
Weer:
Zwaar bewolkt met regen en stormachtige wind: 4 graden
Vanaf vandaag is de regen én de wind jammer genoeg terug in het zuiden van IJsland. Deze nacht reeds werd ik af en toe wakker door het getokkel van regendruppels tegen het slaapkamerraam en de wind die rond het guesthouse waaide. Ook de volgende dagen zullen die me gezelschap gaan houden, de ene al wat meer dan de andere.
Ik rijd eerst eventjes terug in de richting van het westen om het geothermische zwembad van Seljavellir, het Seljavallalaug te gaan bezoeken en er eventueel eens in te baden. Het zwembad is één van de eerste die in IJsland werden gebouwd, in 1923 door ene Björn J. Andrésson. Zou dat verre familie van mij zijn?
Na een kwartiertje wandelen kom ik bij het zwembad. Het is omringd door hoge bergen, waarvan de toppen reeds besneeuwd zijn. Achter deze bergen ligt de machtige ijskap van de Eyjafjallajökull. Het water in het zwembad is niet echt heel warm, dus ik besluit om mijn duik eventjes tot een volgende keer uit te stellen.
Hierna vervolg ik mijn weg naar het oosten en stop even in Vík í Mýrdal, het meest zuidelijk gelegen dorp van IJsland. Het plaatsje heeft ook de twijfelachtige eer om de plek te zijn in IJsland waar per jaar gemiddeld de meeste neerslag valt. Ik ben alvast op de juiste dag gekomen om me hierin in te leven. De regen valt met bakken uit een egaal grijze hemel en de wind jaagt de golven hoog het zwarte zandstrand op.
Om wat te ontsnappen aan de weerelementen ga ik de grote shop van het Icewear binnen, een kledingmerk dat hier in Vík zijn basis heeft. De laatste jaren werd hier met het groeiende toerisme alles enorm uitgebouwd en het vroegere winkeltje bij de ateliers werd uitgebouwd tot een enorme verkoopzaal, die de allures van een heuse supermarkt heeft. In normale omstandigheden lopen toeristen hier in en uit, maar nu wandel ik hier alleen.
Na wat te hebben geschuild voor de regen en wind ga ik een wandeling maken op het strand van Vík, met de wind en de regen in de rug. Ik moet wat afstand bewaren tot de waterlijn want, net als op het strand van Reynisdrangar, is de branding enorm en slaan de golven tientallen meter ver over het strand.
Na een halfuurtje wandelen hou ik het voor bekeken. Ik ben doornat en wandel terug naar het dorpje. Ik keer nog eventjes terug naar het andere strand van Reynisfjara, om het verschil met de rustige atmosfeer van gisteren te zien. Dat verschil is inderdaad enorm. Nog meer dan op het strand van Vík moet je vér weg van de ziedende golven blijven, want die slaan met een onvoorstelbare kracht uiteen op het strand en lopen nog zo'n vijftig meter verder uit.
Rond vijf uur tank ik nog wat bij en rijd verder in oostelijke richting doorheen Eldhraun, het tweede grootste IJslandse lavaveld, naar het volgende dorpje met de bijna onuitspreekbare naam Kirkjubæjarklaustur. De wind gaat nog steeds fel te keer en ik moet het stuur goed vasthouden. Ongeveer 25 kilometer verder voorbij het dorpje sla ik de ringweg af naar het volgende guesthouse Hvoll, aan de rand van de Skeiðarársandur, met zijn 1.300 vierkante kilometer de grootste spoelzandvlakte ter wereld. Maar daarover morgen meer.
Sjáumst á morgun!
Filmpje 1
Filmpje 2
Geen opmerkingen:
Een reactie posten