IJSLANDREIS 2011 01-06-2011 > 04-07-2011 | |||
Dag 11: zaterdag 11 juni 2011 | |||
Traject: | Akureyri > Osár | ||
Via: | Dalvik-Hrisey-Oxnadalsheidi-Varmahlid-Glaumbaer-Blonduos | ||
Kilometer auto: | 302 km | ||
Kilometer totaal: | 2.738 km | ||
Km-teller auto: | 110.429 | ||
Weer: | ’s morgens staalblauwe hemel en heel veel zon, zo’n 18 graden, in de namiddag opkomende zeemist en temperatuur zakkend naar 6 graden |
Vanmorgen bij het opentrekken van de gordijnen kwam er een vleugje zomer mee de kamer in. Een staalblauwe lucht met prominent de zon maakte dat we op drie dagen drie verschillende seizoenen hebben meegemaakt; eergisteren reden we nog in de sneeuw, gisteren was er al een lentezonnetje te bespeuren en vandaag zag het ernaar uit dat we de zomer op het appel zouden krijgen. Je voelde het ook aan de temperatuur als je buiten kwam en ja hoor: de buitenthermometer van de auto gaf een optimistische 23 graden aan, die –gecorrigeerd bij het rijden- naar 18 graden daalde, doch in vergelijking met de laatste dagen toch ook helemaal niet mis.
We bezochten vandaag eerst de botanische tuin van Akureyri, waarvan men zegt dat dit de meest noordelijke ter wereld is (blijkbaar ligt in IJsland veel het meest noordelijk, onder nadere ook de meest noordelijke hoofdstad, zijnde Reykjavik). De tuin was een aangename verrassing; heel goed onderhouden en met een interessante afdeling IJslandse inheemse planten, die voor ons wel heel interessant was.
Na dit groene intermezzo gingen we verder noordelijk terug in de richting van Dalvik, naar Arsskogar, waar we de ferry zouden nemen naar het in de Eyjafjord liggende tweede grootste eiland van IJsland: Hrisey. Het eiland is blijkbaar gekend voor zijn grote kolonie sneeuwhoenders, die zodanig tam blijken te zijn dat zij in de tuinen van het kleine dorpje op de zuidkant van het eiland broeden en zich niets aantrekken van menselijke aanwezigheid. We waren evenwel een kwartiertje te laat voor de boot van 11.30 uur, zodat we moesten wachten op de volgende boot van 13.30 uur.
We brachten in tussentijd dan maar een bezoek aan het 10 kilometer verder gelegen vissersplaatsje Dalvik, van waaruit we gisteren de memorabele boottocht naar het eiland Grimsey hadden gemaakt.
Om 13.15 uur stonden we terug aan het haventje van Arsskogar, waar stipt de boot van 13.30 uur naar Hrisey aanmeerde. Het water van de Eyjafjord was allesbehalve rustig, maar Kurt hield zich deze keer verheven boven alle zeeziekten en na een kwartier kwamen we behouden op Hrisey aan.
Het dorpje aan de zuidkant van het eiland bestond uit mooi gekleurde huisjes. Onze meeste aandacht ging evenwel uit naar de tamme sneeuwhoenders, want daar waren we tenslotte voor gekomen. We namen een korte uitgestippelde wandeling over de zuidkant van het eiland, maar behalve veel andere vogels hebben we geen enkel sneeuwhoender gezien. Om15 uur namen we de boot dan maar terug.
Direct na onze aankomst op het IJslandse vasteland zetten we onze tocht verder naar het westen, via de pas over de Oxndalsheidi naar Varmahlid, waar we in de omgeving een bezoek brachten aan Glaumbaer, één van de bekendste IJslandse openluchtmusea, met talrijke uit turfstenen opgebouwde woningen.
Daarna reden we verder in de richting van Blonduos en hierna naar de jeugdherberg Osar op het schiereiland Vatsness. We namen onze intrek in een houten blokhutje met zicht op de baai van …. Zeemist kwam kort voor onze aankomst opzetten, waardoor we grotendeels ons zicht op de wondermooie omgeving verloren.
Aangezien er in de wijde omtrek van 100 kilometer geen enkel restaurant is te vinden hebben we zelf ons eten in de keuken klaar gemaakt. We hadden een heelblik tomatensaus met pasta gekocht, maar bij het opentrekken van het blik bleek er alleen tomatensaus in te zitten. Gemengd met een blik balletjes in de tomatensaus en wat gerookte worstjes hebben we toch het hele zaakje opgewarmd en het heeft ons uiteindelijk goed gesmaakt. In combinatie met vooraf twee forse borden instant soep was onze maag goed gevuld en kon er nog een avondwandeling op het strand van af, waar we werden bespied door de talrijke zeehonden in de baai. We liepen het strand af en brachten een bezoek aan de bizar gevormde rots Hvitserkur, die doet denken aan een draak of prehistorisch monster die op het strand aan het drinken is.
Hierna keerden we terug naar onze blokhut. Het is nu bijna 1 uur IJslandse tijd, tijd dus om onze slaapzakken op te zoeken, echter niet zonder eerst nog mijn verslagje van de dag aan de computer te hebben toevertrouwd.
Slaapwel en tot morgen
Kurt en Sven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten