IJSLANDREIS 2011 01-06-2011 > 04-07-2011 | |||
Dag 08: woensdag 8 juni 2011 | |||
Traject: | Ytra Lón > Kopasker | ||
Via: | Thorshöfn-Raudanes-Raufarhöfn-Kopasker-Husavik-Kopasker | ||
Kilometer auto: | 330 km | ||
Kilometer totaal: | 2.073 km | ||
Km-teller auto: | 109.764 | ||
Weer: | Nog steeds koud met sneeuwvlagen vanuit het noorden, 3 tot 5 graden |
Vanmorgen zijn we wakker geworden in de volmaakte rust van het schiereiland Langanes. Toen we de rolluiken van ons containerappartementje optrokken was het overtrokken, maar het regende of sneeuwde alvast niet. Toen we evenwel onze neus buitenstaken om de koffie in de auto te gaan halen,werden we weer geconfronteerd met het fenomeen winter in juni: er stond een ijzige wind en vanaf de kust kwamen over de Noordelijke IJszee dreigende wolken opzetten die hun striemende sneeuwvlagen over het land lieten neervallen.
Rond 9 uur zegden we de Nederlandse boerin Mirjam van ons verblijf tot weerziens en we reden via de gravelweg naar het nabijgelegen Thorshöfn. Vandaar ging het verder naar IJslands meest noordelijke schiereiland: de Melrakkaslétta of letterlijk vertaald in het Nederlands: de ‘poolvossenvlakte’. Halverwege stopten we voor een wandeling op het kleine schiereiland Raudanes, een heidegebied waarvan de kustlijn uitloopt in basaltformaties die door de zee werden aangevreten, waardoor een allegaartje van allerlei bizarre rotsformaties en grotten ontstonden. Overal zaten vogels te broeden op de meest onmogelijke plaatsen, beschut tegen de ijzige noordenwind. Wij konden ons nauwelijks opwarmen en na een uurtje zochten we de beschutting van de auto weer op.
We reden verder noordwaarts naar IJslands meest noordelijk gelegen stadje (of dorpje!) Raufarhöfn. Behalve zijn memorabele ligging heeft het stadje zelf niet zoveel te bieden en na een korte middagpauze reden we verder naar Hraunhafnartangi, het meest noordelijke punt van het schiereiland en van het IJslandse vasteland. Hier passeert de noordpoolcirkel op nauwelijks 2,5 kilometer voor de kust. Het gaat evenwel om een denkbeeldige lijn en veel meer dan een woelige zee met serieuze schuimkoppen was er dan ook niet te zien.
Na wat evenwijdig met de noordkust gereden te hebben bogen we in omgekeerde richting terug af in zuidelijke richting naar Kopasker, waar we vannacht zouden overnachten in de plaatselijke jeugdherberg. Aangezien we evenwel nog te vroeg waren reden we door naar het 100 kilometer verder gelegen Husavik, dat bekend staat om zijn walvissafari’s en dito museum, alsook een fallologisch museum, waarbij de edele delen van vrijwel alle land- en zeezoogdieren in IJsland in gedroogde vorm of op formaldehyde bewaard staan tentoon gesteld. Pikant detail: sinds vorig jaar prijkt er ook een exemplaar van de homo sapiens sapiens Islandicus in de vitrine!
Eenmaal in Husavik trokken we dus eerst naar dat fallologisch museum en daarna gingen we nog een expositie over de walvissen gaan bekijken: een heel interessante tentoonstelling, waarbij alle aspecten tot en met de omstreden walvisvangst aan bod komen.
Gezien het slechte weer lieten we de walvissafari voor wat ze was en gingen we in het plaatselijke restaurant ons tegoed doen aan een reuze pizza. Nadien haspelden we de 100 kilometer terug af naar Kopasker, waar we onze intrek in de jeugdherberg namen.
Zo, ik ga nu afronden. Het is nu 0.45 uur IJslandse tijd (dus 2.45 uur in België). Buiten is het somber maar toch nog licht. Er vallen regelmatig sneeuwvlokken uit de lucht. Het zou me niet verwonderen dat, als dit koude weer blijft aanhouden, we een van de volgende dagen nog eens onder een wit sneeuwtapijt zullen wakker worden. Ik houd jullie op de hoogte.
Slaapwel en tot morgen
Kurt en Sven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten