IJSLANDREIS 2011 01-06-2011 > 04-07-2011 | |||
Dag 12: zondag 12 juni 2011 | |||
Traject: | Osár > Djupavik | ||
Via: | Vatsness-Brú-Holmavik-Drangsness | ||
Kilometer auto: | 294 km | ||
Kilometer totaal: | 3.034 km | ||
Km-teller auto: | 110.723 | ||
Weer: | Heel de dag zwaar bewolkt maar droog. Temperatuur tot 7 graden |
Hallo aandachtige lezer
We beginnen ons dagelijks verslag nu eens voor de verandering op dit eigenste moment. Het is nu 0.15 uur IJslandse tijd en ik zit hier in een knusse living achter de computer, met zicht op een verlaten en vervallen haringfabriek. Velen zullen nu de wenkbrauwen fronsen en zeggen waar ondergetekende nu weer verzeild is geraakt. Nu, ik zit samen met Kurt momenteel in één van de uithoeken van IJsland én van Europa, meer bepaald in Djupavik, een klein gehuchtje op de oostkust van het schiereiland van de Westfjorden (= de ‘klauw’ die IJsland uitsteekt naar Groenland). Er staan hier een tiental kleine huisjes en in één van die huisjes hebben wij een onderkomen, meer bepaald in de Alfasteinn Cottage, die deel uitmaakt van Hotel Djupavik, een hotel dat hier als sinds 1985 het hele jaar door gasten ontvangt in deze eenzame, wilde maar prachtige streek.
Hier zijn niets anders dan diepe fjorden die zijn omringd door hoog oprijzende bergen, waarvan talloze watervallen naar beneden donderen. Voor ons ligt de Noordelijke IJszee in al zijn glorie en 30 kilometer voorbij het dorpje eindigt de gravelweg definitief in de IJslandse noordelijke wildernis. Echt een uithoek dus!
Het is hier nog steeds licht, alhoewel er door het sombere weer ook wat meer duisternis valt dan op zonnige avonden en nachten. Ik heb zoals gezegd zicht op een vervallen haringfabriek die tot in de jaren ’50 van de vorige eeuw hier in de streek heel wat mensen werk verschafte. Daarna ging het steil bergafwaarts met de visverwerkende industrie en werd de fabriek ook gesloten. Omdat het toen te duur was om het betonnen complex (blijkbaar toen één van de grootste betonnen bouwwerken in Europa) volledig af te breken, heeft men het maar laten staan en vormt het tot op vandaag één van de stille getuigen van de visverwerkende industrieën van weleer. De tand des tijds heeft ondertussen heel erg vat op de gebouwen gekregen. Niettemin hebben hier een aantal bewoners de handen in elkaar geslagen om de gebouwen een nieuwe functie te geven, meer bepaald als tentoonstellingsruimte en in 2006 zelfs voor een concert van de bekende IJslandse popgroep Sigur Rós. Beetje bij beetje probeert men de verschillende gebouwen wat op te knappen, maar het zal nog jaren werk vergen. Vóór de fabriek ligt in een klein haventje een bijna 100 jaar oude metalen boot weg te roesten. Ik denk dat de Titanic, die volgend jaar 100 jaar op de zeebodem ligt er nog iets beter aan toe is dan dit schip.
Vanmorgen zijn we vertrokken uit de boerderij van Osar voor een rondrit op het schiereiland Vatsness, dat slechts een handvol boerderijen telt. De zeemist was nog steeds alomtegenwoordig en je zag nauwelijks iets van het prachtige landschap. Hier en daar stonden langs de kust bewoonde maar ook vervallen boerderijen. Af en toe lagen op de rotskust wat zeehonden te luieren. Op het strand viel het me steeds op wat voor hoeveelheden plastiek afval ook in deze gebieden allemaal aanspoelen. Intens triestig! IJslanders, doe er iets aan!
We reden verder naar ringweg 1 en kwamen voorbij Hvammstangi, een klein vissersdorpje op de westkust van het schiereiland Vatsness. Er was daar niet zoveel te beleven, dus we reden verder tot we juist vóór de ringweg een aanduiding naar een klein volksmuseum zagen staan. We brachten een bezoek aan dit uiterst boeiende museum, dat een hele afdeling had gewijd aan de IJslandse haaienvangst van weleer.
Aan de kruising van de ringweg 1 met weg 68 die naar de Westfjorden leidt hielden we halt voor een korte middagstop, inclusief het verorberen van een hamburger met frieten. Ja, de American way of life dringt hier ook in IJsland door, en we zitten hier trouwens ook al wat dichter bij Amerika!
Hierna reden we richting Holmavik, een vissersdorp op de oostkust van het schiereiland van de Westfjorden waar we twee jaar geleden als eens waren geweest. Dan volgde de 80 kilometer lange gravelweg naar Djupavik, doorheen een landschap dat steeds woester en woester werd. Na anderhalf uur rijden kwamen we uiteindelijk in Djupavik aan en zo kom ik weer aan het begin van ons verhaal.
Zo, dit verslag staat er weer op. Het is nu ruim 1 uur, tijd dus om in mijn bed te kruipen. Kurt ligt er trouwens al meer dan een uur in.
Tot morgen en slaap lekker
Kurt en Sven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten