IJSLANDREIS 2011 01-06-2011 > 04-07-2011 | |||
Dag 07: dinsdag 7 juni 2011 | |||
Traject: | volle zee > Ytra Lón–Langanes (IS) | ||
Via: | Seydisfjôrdur (IS)-Egilsstadir-Vopnafjordür-Bakkafjordür-Thorshöfn-Ytra Lón | ||
Kilometer auto: | 280 km | ||
Kilometer totaal: | 1.743 km | ||
Km-teller auto: | 109.434 | ||
Weer: | Koud weer, afwisselend zonnig en sneeuwbuien, 5 graden |
Zoals gisteren voorspeld, is de storm daadwerkelijk doorheen de North Atlantic getrokken, met alle gevolgen vandien, zeker voor Kurt. Gisterenavond begon even buiten de beschutting van de Faroereilanden de wind op volle oceaan pas echt goed aan te trekken, met golven van meer dan 4 meter hoog. Ik had net als Kurt nog snel een touristil ingenomen, maar voor mijn reiscompagnon kwam alle hulp te laat: rond 20 uur lag hij geveld door zeeziekte in onze kajuit, die gevaarlijk heen en weer slingerde en zelfs trilde door de beukende golven. Van het geplande avondeten kwam niet veel in huis. Ikzelf hield me kranig en ben buiten op het dek nog een frisse (!) neus gaan halen. Buiten stond een gierende wind die de golven tot meer dan 4 meter hoog opzweepte. Neptunus had ons en het schip volledig in zijn greep.
Rond 22 uur ben ik dan maar ook onder zeil gegaan, klaar voor een onrustige nacht met veelvuldig wakker worden maar ondanks alles bleef ik toch vrij van die gevreesde zeeziekte.
Vanmorgen was het schommelen en beuken enigszins opgehouden en ik begon de dag met een verkwikkende douche in onze nauwe kajuitbadkamer. Daarna ging ik het dek op om een eerste glimp van mijn geliefde IJsland op te vangen. Het was bitter koud en het viel me direct op hoeveel sneeuw er in vergelijking met 2009 en 2010 nog op de bergen lag die aan de horizon opdoemden. Het was bovendien bitter koud en je adem condenseerde direct. Ik kon me moeilijk voorstellen dat we begin juni waren.
Terug in de kajuit was Kurt ondertussen ook bij zijn positieven gekomen van zijn voorbije zeeziekte. Na ons ontbijt klaargemaakt te hebben en alle spullen enigszins op orde gelegd te hebben gingen we opnieuw naar het dek. Het schip was ondertussen de fjord van Seydisfjordur binnen gevaren en aan weerszijden doemden nu nog dik besneeuwdebergen op, waarbij ook de oevers aan de zee onder een poederwit suikerlaagje bedolven lagen.
Het dorpje Seydisfjordur kwam snel in zicht en we maakten ons klaar om naar het garagedek te gaan, met een klein hartje voor wat we beneden zouden aantreffen na die vermetele storm. Alle auto’s stonden er nog evenwel zoals we ze drie dagen voordien in het garagerim hadden achtergelaten.
We mochten uiteindelijk goed drie kwartier na het aanmeren van de boot rijden en ja hoor, we werden door de IJslandse douane weer uitverkoren om ons aan het douanekantoor te melden voor een uitgebreid onderzoek. Zou die skibox in de auto er voor iets tussen hebben gezeten? Enfin, we werden uiteindelijk ontvangen door een vriendelijke IJslandse douanier die enkel een drugshond op de auto losliet en verder de inhoud van de koffer wat oppervlakkig onderzocht, maar na een minuut of drie mochten we dan toch buiten rijden.
We waren eindelijk terug op IJslandse bodem. Nadat we op de eerste beste parking in Seydisfjordur opnieuw onze skibox op de bovenkant van de auto hadden gemonteerd en de bagage wat hadden geordend reden we naar het 25 kilometer verder gelegen Egilsstadir, waar we nog wat diesel bijtankten en de eerste boodschappen deden. Over de Fjardagapas stond een ijzige wind en de temperatuur bedroeg – (min!) 3 graden.
Onze rit ging verder langsheen ringweg 1 in noordelijke richting om zo via de noordoostelijke kust naar onze eerste slaapplaats in IJsland te rijden: Ytra Lón, een boerderij die ook als jeugdherberg dienst doet op het eenzame schiereiland Langanes. We wilden detocht via de kust doen, via de hoogst gelegen pas van IJsland: de Hellisheidi. Door de late winter was de pas evenwel voor alle verkeer gesloten, waardoor we een omweg moesten maken via ringweg 1.
In Bustarfell bezochten we een van de oudste boerderijen van IJsland, die volledig was omgevormd tot een museum. Alhoewel het museum pas op 10 juni zijn deuren opende, mochten we van een vriendelijke museumgids toch een kijkje nemen en dat allemaal gratis en vooriks. Dit wordt nog een goedkope reis. De dame in kwestie zei dat het huidige weer zelfs voor de gemiddelde IJslander veel te koud was. In april haalden ze hier bijvoorbeeld 20 graden, maar ze vermoedde dat de winter nu weer terug was. En zo geschiedde: we waren nog maar nauwelijks weggereden van het museum als een felle sneeuwbui over het land trok en alle weiden in korte tijd met een laagje flinterdun poedersuiker overdekte. De buitentemperatuur bedroeg 1 graad, op 7 juni 2011!
Uiteindelijk trok de bui over en toen we aan de noordkust kwamen, priemde een schuchter zonnetje weer door het wolkendek. De temperatuur bleef echter nauwelijks ongewijzigd: aan het eind van de middag haalden we 5 graden.
Na achtereenvolgens de kleine dorpjes Vopnafjordür en Bakkafjordür aan de noordoostelijke kust te zijn gepasseerd, kwamen we rond 18 uur aan in Thorshöfn, poort tot het langgerekte en eenzame schiereiland Langanes, op de noordoostelijke punt van IJsland. Het schiereiland heeft de vorm van een eendenkop, die in de Noordelijke IJszee priemt. Op dit schiereiland ligt onze eerste slaapplaats van vannacht: de boederij Ytra Lón, uitgebaat door een Nederlandse. We werden er hartelijk ontvangen en namen direct intrek in een soort knus ingericte container, met zicht op het prachtige omliggende landschap.
Hierna gingen we een hapje eten in het enige restaurant van het 15 kilometer verder gelegen havenplaatsje Thorshöfn. We moesten wel wat geduld oefenen, maar het was het wachten waard. We kregen verse, sappige verse kabeljauw voorgeschoteld. Heel erg lekker.
Hierna gingen we terug naar Langanes, waar we aan de kust nog een korte strandwandeling maakten. Het strand ligt hier vol met wrakhout en boomstammen afkomstig van Siberië. Prachtig hoe de zee al dat hout zo mooi heeft gemodelleerd.
Eenmaal thuis hebben we nog ons eerste partijtje Carcassonne gespeeld (voor de lezer met een goed geheugen: dit is een legspel waaraan Kurt en ik al jarenlang verslaafd zijn) en voor de geïnteresseerden: ik heb gewonnen!
Het is nu bijna middernacht en in het licht van de ondergaande zon (die binnen een uurtje weer opkomt), zit ik dit stukje in te tokkelen. Kurt ligt al terug te maffen met de rolluiken dicht. Ik ga er nu vandaag ook mee stoppen. Ik zoek mijn bed op vaste bodem dit keer weer op en ga mijn batterijen van mij en mijn computer weer opladen, zodat we jullie morgen weer kunnen berichten van onze avonturen in dit wondermooie land.
Slaapwel
Kurt en Sven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten