IJSLANDREIS 2011 01-06-2011 > 04-07-2011 | |||
Dag 13: maandag 13 juni 2011 | |||
Traject: | Djupavik > Heydalur | ||
Via: | Holmavik | ||
Kilometer auto: | 196 km | ||
Kilometer totaal: | 3.230 km | ||
Km-teller auto: | 110.919 | ||
Weer: | Heel de dag zwaar bewolkt maar drrog. Af en toe winderig. Temperatuur tot 6 graden |
Vanmorgen hoorde ik het al: het regende, maar toen ik opstond, was het alweer droog geworden. De hemel bleef echter zwaar bewolkt en er stond een fikse wind, met een temperatuur van nauwelijks 4 graden alles behalve weer voor een late pinkstermaandag in de helft van juni.
Voor het eerst sinds lang moesten we zelf geen ontbijt klaar maken, maar konden we in het hoofdgebouw van Hotel Djupavik gaan genieten van een uitgebreid ontbijtbuffet.
Om 10 uur hadden we afgesproken met Claus, een jonge Duitser uit Frankfurt die sinds 2008 bijna ononderbroken in IJsland leeft; in de zomer helpt hij mee in het hotel in Djupavik en in de winter is hij postbode in Reykjavik. Hij is een verwoed fotograaf en organiseert ook fototentoonstellingen van wat hij overal in IJsland heeft gefotografeerd. Bij vele van zijn foto’s horen ook geluidsopnamen van het onderwerp. Deze tentoonstellingen vinden allemaal plaats in de oude vervallen haringfabriek in Djupavik.
Claus zou ons een rondleiding geven in de fabriek zelf. Wat we daar te zien kregen grenst aan het ongelofelijke: pure IJslandse industriële archeologie! De fabriek werd gebouwd in 1934 en nauwelijks een jaar later was ze reeds operationeel. Bedenk dat dit gebouw in beton in een uithoek van IJsland werd opgetrokken in een tijd dat alles nog via de zee moest worden aangevoerd, want een weg naar Djupavik bestond nog niet. De haringvisserij boomde, maar in 1954, nauwelijks 20 jaar later was het mooie liedje al weer uit. Overbevissing van de haring maakte dat de fabriek failliet ging. In 1985 werd het gebouwencomplex door de huidige eigenaars van Hotel Djupavik opgekocht en sindsdien wordt er alles aan gedaan om het gebouw voor verder verval te behoeden, eigenlijk meer om het verder verval te vertragen. De ruim 30 jaar dat het gebouw volledig aan zijn lot werd overgelaten hebben hun tol geëist. Naast het gebouw zelf hebben de machines die er nog steeds staan hard te lijden gehad van insijpelend regen- en zeewater, vorst en wind. Sinds 1985 heeft men deze vernietigende invloeden proberen te stoppen, maar er is nog veel werk aan de winkel.
In een aantal van de verschillende machinezalen heeft men nu een tentoonstelling opgezet over de geschiedenis van de haringfabriek. We kregen een hele rondleiding doorheen gebouw, met uitleg over hoe men de haringolie produceerde en hoe de verdere verwerking tot haringmeel verliep.
In sommige andere zalen stellen kunstenaars hun werk tentoon. Met de opbrengst van het toegangsgeld voor de rondleidingen wordt er verder gewerkt aan de reparatie van de gebouwen. Een echte renovatie is het dus niet.
Allemaal heel interessant, want onze rondleiding duurde ruim twee uur in plaats van het geplande uur. Rond 12 uur namen we afscheid van Claus en de hoteleigenares Eva en verlieten we Djupavik terug in zuidelijke richting, naar de bewoonde wereld. Het weer was er nog steeds niet beter op geworden, maar we mochten tevreden zijn dat het toch ten minste droog bleef.
In het ruim 80 kilometer zuidelijker gelegen Holmavik deden we de tank nog eens vol en zetten dan koers naar het hart van de Westfjorden. We reden via de Steingrímsfjardarheidi in de dichte mist en kwamen uit aan de Isafjord, de grootste fjord die het schiereiland van de Westfjorden praktisch volledig in tweeën snijdt.
We reden verder langsheen de talrijke zijfjorden naar Heydalur, een gehuchtje dat aan het einde van de Mjóifjord ligt ingeklemd in een mooie vallei, die is omringd door ook in juni nog grotendeels besneeuwde bergruggen. Hier staat een boerderij die tot klein hotel annex camping is ingericht. We checkten in en na ons traditioneel geworden aperitief konden we om 19 uur reeds gaan eten in de ruime maar gezellige eetzaal. Een grijze roodstaartpapegaai zorgde voor hilariteit doordat hij de telefoon nabootste en allerlei commentaar zat te geven.
Na het eten maakten we nog een korte wandeling in de nabijheid van de boerderij en nu zitten we alweer in onze knusse kamer met zicht op de prachtige besneeuwde bergkammen.
Voor een keer hoeven we niet in onze slaapzakken te kruipen maar zijn de lakens inbegrepen in de hotelprijs. We genieten ervan.
Slaapwel en snurk zacht!
Sven en Kurt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten