|
|||
IJSLANDREIS 2012
06-09-2012 >
07-10-2012
|
|||
|
|
|
|
Dag 10: zaterdag
15 september 2012
|
|||
Traject:
|
Akureyri > Akureyri
|
||
Via:
|
Laufàs-Laugar-Reykjahlid-Hverir-Mývatn-Laugar-Vikurskard
|
||
Kilometer auto:
|
253,2 km
|
||
Kilometer totaal:
|
2.313,6 km
|
||
Km-teller auto:
|
118.911
|
||
Kilometer fiets:
|
0,0 km
|
||
Kilometer totaal:
|
92,5 km
|
||
Km-teller fiets:
|
1.346,5
|
||
Weer:
|
’s morgens
regen in Akureyri en op weg naar Mývatn overgaand in sneeuw, ’s namiddags een
streepje zon en in Akureyri terug regen, temperaturen iets boven het
vriespunt
|
DAG 10: EEN DAGJE ‘NAZOMEREN’ IN MÝVATN
Het begint afgezaagd te
worden, maar voor de derde dag op rij werd ik wakker met regen en grijze lucht.
Onmogelijk te weten dat de weergoden daar vandaag een variatie op het thema in
petto hadden, maar daarover later meer. Na
het gebruikelijke ontbijt gooide ik de tank van de kikker alweer vol (best
steeds met een volle tank rijden, want je weet niet wanneer je een volgend
tankstation tegen komt, binnen 100, 150 of 200 kilometer?).
Ik ging eerst naar
Laufás, een traditionele herenboerderij uit 1866 bestaande uit plaggen met een
houten voorgevel met vijf puntdaken, waardoor het lijkt of de boerderij uit
vijf verschillende woningen bestaat. In sommige gidsen stond dat de boerderij
te bezichtigen was tot 15 september (vandaag dus), maar een bordje aan de ingang
liet er geen twijfel over bestaan dat de deuren reeds op 1 september werden
gesloten voor het winterreces. Pech dus, maar niettemin kon ik de gebouwen en het
bijbehorend kerkje van buiten wel bewonderen.
Toen ik verder ging was
de regen bijna achterwege gebleven. Ik nam een binnenweg door een klein dal
terug naar de ringweg 1 vanwaar ik naar Mývatn, het ‘muggenmeer’ zou rijden.
Onderweg passeerde ik het hotel Edda in Storutjarnir, waar we vorige zomer nog
overnacht hebben. Nu was het gebouwencomplex evenwel terug een school geworden.
Het is zo dat in de zomermaanden vele internaatscholen in IJsland worden
omgetoverd tot hotels (meestal van de Edda-hotelketen). Omdat de IJslandse
jeugd zomaar eventjes drie maanden grote vakantie heeft (van begin juni tot
eind augustus) kunnen deze internaten perfect dienen om in de zomer toeristen
te ontvangen.
Ik reed verder via ringweg
naar het oosten. Na een tiental kilometer
begon de weg te stijgen en begonnen witte sneeuwvlekken het landschap te
bedekken. Op zo’n kilometer voor het
Mývatnmeer was alles omgetoverd in een uitgestrekte witte winterwoestijn. Als
compensatie begon het wolkendek wat minder dik te worden en kwam er een
schuchter sneeuwzonnetje door.
In Reykjahlid, de ‘hoofdplaats’
aan de noordoostkant van het meer (nauwelijks een tiental huizen met een
supermarkt, een kerkje en een informatiecentrum stapte ik uit om een klein
hapje te eten. Ik geraakte in gesprek met een Duitser uit Frankfurt die ook al
ettelijke jaren naar IJsland kwam. Hij had vernomen van sommige IJslanders dat
de plotse inval van dit koude winterweer zeker niet normaal was voor de maand
september. De vorige dagen waren over het noordoosten van het IJslandse
binnenland enkele fikse sneeuwstormen getrokken met stroompannes tot gevolg. ER
waren ook vele schapen gestorven van de kou, terwijl die pas eind september
terug naar hun stallingen worden gebracht. Zelfs de lage berkenbomen moesten eraan
geloven, want door de vele sneeuwval en het feit dat de bomen nog hun bladerdek
niet hebben afgeworpen waren veel takken afgebroken.
Er lag op sommige
plaatsen inderdaad meer dan 30 centimeter sneeuw en langs de ringweg lagen op
bepaalde plaatsen inderdaad muren van weggeschepte sneeuw. Gelukkig is dat
noodweer achter mij doorgetrokken, want ik denk dat ik mijn sneeuwkettingen
meer dan nodig zou hebben gehad.
Ik ging eerst nog een
kijkje gaan nemen in Hverir, het solfatarenveld met pruttelende modderpoelen in
alle kleuren, van blauwgrijs over oranjerood naar zwavelgeel. De geur van
zwavel was alweer niet te harden, alhoewel je er na een paar minuten gewoon aan
wordt of ten minste toch niet meer moet kokhalzen.
Ik ging terug naar het
Myvatnmeer waar ik in de late namiddag de krater van de uitgedoofde vulkaan Hverfjall
wou beklimmen. Ik had het plan opgevat om vanaf Reykjahlid de wandelroute naar
de voet van deze 2.500 jaar oude vulkaan te nemen maar eenmaal de weg af zakte
ik weg in de tot 30 centimeter dikke sneeuwlaag. Ik gaf het na 100 meter
ploeteren op en keerde terug naar de auto om het op een andere manier te
proberen. Ik had immers in de gids en op de wandelkaart gezien dat je ook een berijdbaar
zijwegje van de ringweg kon nemen. En inderdaad, na ongeveer 5 kilometer rijden
reed ik de binnenweg op die leidde naar de Hverfjall. Al na een halve kilometer
werd ik staande gebracht door een kudde van wel honderden schapen die door de boeren
naar hun winterstallen werden gebracht. Ik was tijdelijk ingesloten door een
volledige kudde. Na een tiental minuten kon ik mijn weg verder vervolgen tot
aan de parking van waaruit een pad schuin omhoog naar de kraterrand leidde. Die
heb ik dan volledig rondgewandeld, eerst naar omhoog want de rand was aan de
ene kant toch wel heel wat hoger dan aan de andere kant. In de wetenschap dat
de doorsnede van de krater zo’n anderhalve kilometer was maakte ik snel de
berekening van de afstand die ik moest afleggen om rond de kraterrand te lopen.
Ik kwam uit op 0,750 x 0.750 x 3,1416… (het welbekende straal x straal x pi) of
zo’n 1,766 kilometer. Ik heb er in ieder geval anderhalf uur over gedaan.
Ondertussen kwam er weer bewolking opzetten en ik kon gelukkig nog juist van een
prachtig zicht genieten op het iets verder gelegen muggenmeer.
Ik was rond 18 uur terug
beneden en reed dan gelijk terug naar het 100 kilometer verder gelegen
Akureyri. De sneeuw maakte onderweg geleidelijk weer plaats voor de regen en rond
19 uur was ik terug waar ik vanmorgen vertrokken was: in een grijs en
regenachtig Akureyri.
Ziezo, na het
gebruikelijke avondmaal en het dagelijkse bezoekje aan onze vertrouwde
boekhandel wandelde ik terug in de flauwe motregen terug naar de jeugdherberg,
waar ik in mijn kamer achter mijn bureau dit stukje schreef en aan de wijde
wereld van het internet toevertrouwde. Mijn taak zit er weer op. Ik kruip wederom
mijn slaapzak in en hoop dan voor morgen eindelijk nog eens op goed weer.
Góda nótt
Sven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten