IJSLANDREIS 2012
06-09-2012 >
07-10-2012
|
|||
Dag 16: vrijdag
21 september 2012
|
|||
Traject:
|
Gardur > Hveragerdi
|
||
Via:
|
Grindavik-Bláa Lonid-Reykjavík
|
||
Kilometer auto:
|
151,0 km
|
||
Kilometer totaal:
|
3.820,4 km
|
||
Km-teller auto:
|
120.417
|
||
Kilometer fiets:
|
0,0 km
|
||
Kilometer totaal:
|
92,5 km
|
||
Km-teller fiets:
|
1.346,5
|
||
Weer:
|
Overtrokken
met regen en wind, in de avond schuchtere opklaringen, 7 graden
|
DAG 16: ‘ALS DE ROOK NAAR JE HOOFD IS GESTEGEN’
Vanmorgen werden we wakker met een pittige regen die
uit een egaalgrijze lucht tegen het raam tokkelde, voortgestuwd door een
strakke wind. Niet echt een weertje om je eerste dag in IJsland te beginnen.
Omdat het weer niet echt uitnodigde om op te staan bleven we redelijk lang in
horizontale positie liggen totdat we om 8.15 uur beseften dat we toch eindelijk
tot actie moesten overgaan, weer of geen weer.
Na het rijkelijke ontbijt waarvoor grootvader Jan had
gezorgd pakten we onze bagage samen en begonnen aan onze dagtocht over het
schiereiland Reykjanes. We reden eerst de westkust in zuidelijke richting af
doorheen een gordijn van regen en een strakke wind. Het was koud en mijn
gedachten gingen naar wat onze aspirant-vikingen Jan en Jacqueline wel zouden
denken van deze eerste excursie op IJslandse wegen. ‘Naar welk onherbergzaam
land hebben die ons meegesleurd…’ zou misschien wel hun eerste bedenking zijn
geweest.
We passeerden na een halfuurtje rijden de breuklijn van
de Atlantic Ridge die op het schiereiland Reykjanes aan land komt en een scheiding
vormt tussen de Noordamerikaanse en de Euraziatische continentale platen. Die
breuklijn wordt gesymboliseerd door een voetgangersbrug die beide continenten
in geologisch opzicht met elkaar verbindt. Deze brug overspant een kleine kloof
gevuld met zwart zand maakt het allemaal nog wat aanschouwelijker en
symbolischer. We stapten korte tijd uit maar na 5 minuten rondwandelen en de
brug eens overgestoken te hebben waren we kleddernat.
We zochten terug de beschutting van de auto’s op en
reden verder naar het zuidwestelijk punt van het schiereiland. Daar ligt Gunnuhver,
een klein solfatarenveld. Hier komen fumarolen en kokende modderpoelen voor,
omringd door zwavelafzettingen en begeleid door de zo typische misselijkmakende
zwavelgeur. Een felle regenbui joeg ons terug naar de auto’s en na nog een
klein halfuurtje verder gereden te hebben kwamen we via Grindavik aan in de
Blue Lagoon of Bláa Lónid in het IJslands.
Deze lagune middenin de lavavelden is eigenlijk een
kunstmatig aangelegd meer dat het restwater bevat van de verderop gelegen
geothermische centrale. Dit water wordt vanuit een diepte van nagenoeg 2.000
meter opgepompt om de turbines van de centrale draaiende te houden. Hierna
wordt dit water afgevoerd naar de lagune, waar het ondertussen is afgekoeld naar
een comfortabele temperatuur van 38 tot 40 graden. De blauwwitte kleur van het water
is afkomstig van de aanwezigheid van silica en blauwgroene algen.
Voordat we een plons in het deugddoende water zouden
nemen, namen we een uitgebreid lunchbuffet in het restaurant van de Blue
Lagoon, waar we ons tegoed deden aan verse zalm en andere lekkere zeevruchten.
Ook de dessertjes mochten er zijn, maar de porties waren ons ietsje te klein,
waardoor we ongegeneerd een aantal keren naar de desserttafel over en weer liepen
om nog meer.
We hadden een prachtig uitzicht op de lichtblauwe
lagune en de erboven hangende dampslierten deden grootmoeder Jacqueline
mijmeren en ze bracht het bekende liedje van Boudewijn De Groot ten gehore, zij
het wel in een door haar lichtelijk bewerkte versie: ‘Als de rook naar je hoofd
is gestegen…’ . Wij parodieerden hier natuurlijk op verder en kwamen tot
volgende strofe:
‘Als de rook naar
je hoofd is gestegen…
Heb je te lang in
de Blue Lagoon gelegen…
Of teveel
roomdessertjes gekregen…
Maar dat laatste
had je beter verzwegen…’
Om 15 uur was het dan zover: we trokken onze zwembroek
en badpak aan en gingen het behaaglijk warme water in. Jan en Jacqueline
verklaarden ons waarschijnlijk in het begin kierewiet om bij een temperatuur
van nauwelijks 7 graden in een buitenzwembad te gaan liggen weken maar ze
moesten toegeven dat het een buitengewone ervaring was. Het weer was
ondertussen wat opgeklaard en een wel heel schuchter zonnetje deed haar best om
door de wolken te priemen.
Het waterbestendige speelgoedcameraatje van Lies nam
prachtige foto’s en er werd zelfs een filmpje opgenomen. Als afsluiter dronken
we een glas (en pisten hopelijk geen plas) aan de bar van de Blue Lagoon, die
ook in het water verzonken staat.
Rond 18 uur hesen wij ons met tegenzin uit het warme
water en trokken in de richting van Hveragerdi, waar onze volgende slaapplaats
voor de komende drie nachten lag. We passeerden Reykjavík en gingen dan over de
Hellisheidi naar het oosten. Het werd pikkedonker en de regen en mist staken
weer de kop op.
Om 19.30 uur kwamen wij toe in Hotel Frost og Funi waar
we onze kamers betrokken en snel nog in het nabijgelegen Hotel Örk gingen eten,
want het water had ons allemaal erg hongerig gemaakt. Daarna was ons pijp uit
en gingen slapen en hoopten stiekem op beter weer.
Slaapwel en tot morgen
Groetjes van Lies, Annie, Jacqueline, Jan en verslaggever Sven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten