|
|||
IJSLANDREIS 2012
06-09-2012 >
07-10-2012
|
|||
|
|
|
|
Dag 15: donderdag
20 september 2012
|
|||
Traject:
|
Djúpavik > Gardur
|
||
Via:
|
Hólmavik-Brú-Bifröst-Borgarnes-Reykjvik-Keflavik
|
||
Kilometer auto:
|
404,0 km
|
||
Kilometer totaal:
|
3.669,4 km
|
||
Km-teller auto:
|
120.266
|
||
Kilometer fiets:
|
0,0 km
|
||
Kilometer totaal:
|
92,5 km
|
||
Km-teller fiets:
|
1.346,5
|
||
Weer:
|
Zeer
zonnig weer, in de avond opkomende bewolking, 9 graden
|
DAG 15: DAAR KOMEN DE BELGISCHE VIKINGEN!
De dag begon weer heel zonnig vandaag. Ik moest vandaag
een hele rit vanuit de Westfjorden naar het zuidwesten van IJsland afleggen.
Vandaag moest ik immers op de luchthaven van Reykjavík een aantal Belgische
vikingen gaan ophalen, die de volgende 10 dagen mij zouden vergezellen op mijn
avonturenreis door IJsland. Twee daarvan hadden reeds vorig jaar al een bezoek
gebracht aan dit prachtige land en twee wisten nog niet wat hen te wachten
stond.
Na het uitgebreid ontbijt in hotel Djúpavik begon ik om
9.30 uur aan mijn volgens mijn GPS ingeschatte 375 kilometer lange tocht. De
eerste twee uur had ik nauwelijks 60 kilometer afgelegd, want de route liep
immers langs de beruchte ‘Strandvegur’ ofwtewel weg nummer 643, die zich
moeizaam tussen de woeste kust en de hoge bergen slingerde.
Rond 12.30 uur bereikte ik de ringweg 1 in Brú, dat
eenvoudigweg ‘brug’ betekent en waar niet veel meer is dan een benzinestation
met een annex supermarkt en een restaurantje in een verder woest en desolaat
landschap. Ik kocht me daar snel een sandwich en vulde de tank van mijn kikker
nog eens vol en vervolgde mijn weg op ringweg 1, waarop ik nu een stuk sneller
vooruit kwam.
Ik was snel in Borgarnes en via de tunnel onder de
Hvalfjord reed ik in geen tijd de ring rond Reykjavík op. Vandaar was het nog
50 kilometer naar de internationale luchthaven in Keflavík. Daar kwam ik rond
15.15 uur aan, net op tijd om waarschijnlijk het toestel uit Brussel te zien
landen, maar of het het juiste was weet ik niet, want ook in IJsland is het een
komen en gaan van vliegtuigen.
Ik stond een twintigtal minuten te wachten in de
aankomstlobby van deluchthaven en daar waren ze dan eindelijk: vikingen Lies en
Annie en aspirant-vikingen Jacqueline en Jan. Na de uitgebreide verwelkoming
gingen we op zoek naar een huurauto voor ons nieuwe gezelschap. Het werd een
chique Skoda Octavia, die nauwelijks 11.000 kilometer op de teller had. Viking
Annie oefende eerst wat rijlessen met haar nieuwe vehikel op de parking van de
luchthaven en toen ze achtereenvolgens had ontdekt hoe je de lichten aanstak,
de bolide achteruit kon laten rijden en dat sommige auto’s ook een handrem
hebben om aan te trekken konden we na het inladen van alle bagage eindelijk op
weg.
We reden naar het 15 kilometer verder gelegen Gardur op
het noordwestelijke punt van het schiereiland Reykjanes, waar we onderdak
hadden gereserveerd voor de eerste nacht. Mijn GPS stuurde me naar het vooraf
ingestelde adres, maar uiteindelijk kwamen we uit aan de vuurtoren van het
schiereiland. Omdat ik had begrepen dat ik geen kamers in de vuurtoren hadden
gereserveerd moest het wel om een fout adres gaan. Geen nood, het nabijgelegen
museum sloot juist de deuren en de medewerkers waren zo hulpvaardig om ons de
juiste plek van ons onderkomen te wijzen. De uitbater van de guesthouse stond
al klaar om ons hartelijk te ontvangen.
We kregen uiteindelijk twee splinternieuwe naast elkaar
gelegen bungalows ter beschikking, compleet met ingerichte keuken en badkamer.
Na de aperitief zochten we in de omgeving van Gardur
naar een geschikte plek om te eten. Door de locals werd ons gesuggereerd om te
gaan eten in het nabijgelegen Sandgerdi in een vermaard vis- en
kreeftenrestaurant. Toen we daar toekwamen bleek de kok evenwel ziek geworden
(hopelijk niet van zijn eigen brouwsels?) en moesten we onverrichterzake
uitwijken naar Keflavik, waar we nog een hotel open vonden met een van
gezondheid blakende kok die in staat was om ons toch nog wat lekkers op tafel
te toveren. Grootvader Jan had zelfs zodanig grote honger dat hij walvis
bestelde. Gelukkig kreeg hij het hele beest niet geserveerd.
Rond 23 uur keerden we moe maar voldaan naar onze
bungalows terug.
Zo, we hopen op mooi weer op de eerste dag van ons
gezelschap in IJsland, maar het weerbericht laat evenwel andere dingen
vermoeden. In ieder geval laten we het niet aan ons hart komen en verwachten
hier een avontuurlijke 10 dagen te beleven.
In afwachting gaan wij nu naar onze knusse bedjes in
onze mooi ingerichte bungalows toe en wensen wij u allemaal een zachte nacht.
Groetjes van Lies, Annie, Jacqueline, Jan en
verslaggever Sven
Geen opmerkingen:
Een reactie posten