|
|||||||
|
|
IJSLANDREIS 2014
29-04-2014
> 27-05-2014
28-05-2014
> 29-05-2014
30-05-2014
> 13-06-2014
14-06-2014
> 25-06-2014
|
|||||
|
|
|
|
||||
Dag 12: zaterdag
10 mei 2014
|
|||||||
Traject:
|
Borgarfjördur
Eystri (IS) > Kópasker (IS)
|
||||||
Via:
|
-
|
||||||
Kilometer auto:
|
345 km
|
||||||
Kilometer totaal:
|
2.965 km
|
||||||
Km-teller auto:
|
003.205
|
||||||
Weer:
|
’s Morgens
sneeuwbuien, in de namiddag schuchtere opklaringen, 4 graden
|
||||||
DAG 12: WINTERSE
OMSTANDIGHEDEN IN MEI!
Een winterse morgen op 10 mei (Borgarfjördur Eystri, IJsland)
Vanmorgen
dacht ik dat het was opgehouden met regenen, want gisterenavond hoorde ik de
regendruppels nog tokkelen op het ijzeren golfplatendak van het guesthouse. De
regen was inderdaad opgehouden, maar de druppels hadden plaats gemaakt voor
dikke sneeuwvlokken die uit een egaal grijze lucht naar beneden vielen en
alles, behalve de zee, onder een wit sneeuwtapijt toedekten. Ik moest even
rekenen, maar vandaag waren we daadwerkelijk 10 mei 2014!
Na een uitgebreid
ontbijt op kosten van het guesthouse startten we vol goede moed de auto, want
we moesten vandaag nog een slordige 350 kilometer afleggen op weg naar onze
volgende halte. Ik wilde niet denken aan de bergpas die we gisterenmiddag waren
overgestoken, maar de berijdbaarheid baarde me wel wat zorgen. Zo dicht bij de
zee was de weg wel voor een groot deel vrij van sneeuw. We verlieten het
vissersplaatsje Borgarfjördur Eystri via de enige weg die verbinding gaf met de
buitenwereld. Op de smalle strook weg tussen de kust en de steile puinhellingen
waren wat grotere en kleinere rotsblokken op de weg terecht gekomen, en die
lagen er gisterenmiddag heel zeker niet. We laveerden er zo goed en zo kwaad
als mogelijk langs.
Nadat
we deze hindernissen hadden genomen kwamen we onze eerste tegenligger tegemoet.
Die gebaarde om te stoppen en hij meldde dat we de bergpas niet konden
oversteken wegens teveel sneeuw en dat we best terug keerden om op verder nieuws
te wachten.
We
waren even verdoofd door deze slechte nieuwstijding en bleven wat staan aan de
kant van de weg. Toch besloten we om zelfs eens te gaan kijken wat het probleem
was. Vol goede moed reden we de weg naar boven verder. De sneeuw kwam terug,
eerst aan de kant en dan steeds meer op de weg. Uiteindelijk bleven er nog twee
sporen vrij en op ongeveer 500 meter van de bergpas leek het een verloren spel
te gaan worden. Ik stapte uit de auto en ging te voet verder. Er lag 20 centimeter
nieuwe sneeuw die er gisteren helemaal niet lag. Daar kon onze auto niet
tegenop. Op het hoogste deel aangekomen hoorde ik aan de andere zijde van de
pas een zwaar motorgeronk. Tot mijn grote opluchting was een sneeuwploeg aan
het werk en hij vorderde gestaag in onze richting. Ik ging terug naar de auto
en tegen dat ik er was had de sneeuwruimer me al ingehaald. Het was nog een
kwestie van enkele minuten en we konden als eerste voertuig vandaag verder
rijden over een netjes geruimde bergpas, het dal van de Lagarfljót tegemoet.
Het
sneeuwde nog steeds licht maar uiteindelijk ging die bij het afdalen terug over
in regen. We konden weer verder rijden en na een klein uurtje waren we terug in
Egilsstadir, waar we onze mondvoorraad voor de komende dagen insloegen.
Hierna volgden
we de ringweg 1 in noordelijke richting naar Vopnafjördur aan de noordoostkust.
Aangezien de kortste weg via de Hellisheidipas nog afgesloten was, moesten we
de ringweg 1 verder volgen. Op de hoogvlakten lag er ook nog veel sneeuw, en de
wind zorgde voor sneeuwophopingen op de weg. Na ongeveer 150 kilometer de
ringweg te hebben gevolgd, reden we via weg nr. 85 naar het noorden. Via de
kleine vissersplaatsjes Vopnafjördur, Bakkafjördur en Thorshöfn reden we de
kust af in de richting van het schiereiland Langanes, dat de vorm van heeft van
een eendenkop.
Het
weer was ondertussen heel wat beter geworden en door de wolken heen kwam de zon
af en toe eens piepen. De temperatuur ging evenwel niet mee in het positieve verhaal,
want het kwik bleef op een magere 4 graden steken.
We
reden onze laatste 50 kilometer over het schiereiland van de Melrakkaslétta, in
het IJslands letterlijk de ‘poolvossenvlakte’ genoemd. Het is een uitgestrekte kale vlakte, bezaaid
met stenen en keien en zee spaarzaam begroeid. Af en toe ligt er een meertje
tussen verscholen. Zeker in deze tijd van het jaar ligt alles er nog winters
bij. Hier houden zich inderdaad heel wat poolvossen schuil, het enige inheemse
zoogdier dat IJsland rijk is.
Uiteindelijk
kwamen we in Kópasker aan, een klein vissersplaatsje aan de westzijde van het
schiereiland, waar we vannacht zouden logeren. We hadden onder meer het
gezelschap van twee Kortrijkzanen, die na een jaartje in Gent te hebben gewoond
(waar anders?) de wereld rondtrokken.
Na ons
gebruikelijke avondmaal genoten we nog van een goed glas zelf in IJsland geïmporteerde
rode wijn. We hadden het na deze avontuurlijke wel verdiend.
Groetjes
van Ginette, Etienne en Sven.
(Borgarfjördur Eystri, IJsland)
Vogels landen op een rotseilandje
(Borgarfjördur Eystri, IJsland) De bergpas was ‘impassable’ door de 20 cm nieuwe sneeuw van vannacht
(Dyrfjöll, IJsland)
Ook de ringweg 1, de hoofdweg van IJsland kreeg te maken met sneeuw
(Ringweg 1 noord, IJsland)
Wegvliegende zwanen
(Weg nr. 85, noordoost IJsland) Schiereiland Langanes
(Langanes, IJsland) Inventiviteit van de IJslander
(Thorshöfn, IJsland)
Besneeuwde bergtoppen van het schiereiland Langanes
(Raudanes,
IJsland)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten