IJSLANDREIS 2014
29-04-2014
> 27-05-2014
28-05-2014
> 29-05-2014
30-05-2014
> 13-06-2014
14-06-2014
> 25-06-2014
|
|||||||
Dag 24: donderdag
22 mei 2014
|
|||||||
Traject:
|
Stykkishólmur
(IS) > Grundarfjördur (IS)
|
||||||
Via:
|
Búdir-Arnarstapi-Hellnar-Lóndrangar-Dritvík-Saxhóll-Skardsvík-Hellissandur-Olafsvík
|
||||||
Kilometer auto:
|
181 km
|
||||||
Kilometer totaal:
|
5.669 km
|
||||||
Km-teller auto:
|
005.909
|
||||||
Weer:
|
Overwegend
bewolkt maar droog, 9 graden
|
||||||
DAG 24: DE RONDE VAN
SNAEFELLSNES
De 1.446 meter hoge Snaefellsjökull gezien vanaf de 3.000 jaar oude vulkaan Saxhóll (schiereiland Snaefellsnes, IJsland)
Vandaag
stond een 180 kilometer lange rondrit van het schiereiland Snaefellsnes op het
programma. 4 jaar geleden hadden ma en pa die rit in een sneltreinvaart moeten
afhaspelen, maar vandaag gingen we alles wat naderbij bekijken. De sterke wind
van gisteren was gaan liggen, maar als tegenprestatie moesten we de zon inleveren,
en keken we aan tegen een bewolkte hemel. Het bleef niettemin droog, de zevende
dag op rij trouwens, en dat mag in IJsland al als een meevaller worden
beschouwd.
Rond 10
uur waren we paraat om op weg te gaan. Eerst gaven we de auto een zoveelste wasbeurt
aan een tankstation om de restanten van de vele kilometers stoffige wegen af te
spoelen. Toen dit karwei achter de rug was, reden we weg nr. 54 in westelijke
richting af. De 1.446 meter hoge Snaefellsjökull op het einde van het
gelijknamige schiereiland domineerde al van bij het begin de horizon, hoewel de
uitgedoofde vulkaan nog ruim 70 kilometer van ons verwijderd lag. De spierwitte
ijskap, waaruit twee rotsformaties als duivelshorentjes uitsteken, contrasteerde
met de overwegend grijze lucht.
Onze
eerste stop maakten we bij het kerkje van Búdir, gelegen aan de rand van een
uitgestrekt lavaveld. We maakten een korte wandeling langsheen de met mos
begroeide lavastenen in de richting van een kleine vulkaankrater die ooit al deze
materie moet hebben uitgebraakt. In de grond waren regelmatig grote
verzakkingen en brede scheuren te zien, wat ons deed vermoeden dat hieronder
nog tal van openingen of grotten moeten zijn.
We
reden verder in de richting van de machtige vulkaan, die trouwens reeds 1.800
jaar slaapt. Niettemin zie je in het landschap nog steeds duidelijk de sporen
van de lavastromen die zo lang geleden hun weg in de richting van het dal en de
zee hebben gezocht.
In
Arnarstapi, een klein dorpje aan de voet van de Snaefellsjökull, hielden we halt
voor onze middaglunch. Daarna maakten we
een korte wandeling langsheen de grillige kust, die rijk is aan kleine baaien
en vele alleenstaande rotsformaties, waarop in deze tijd van het jaar zeevogels
aanstalten maken om te gaan broeden.
Enkele
kilometer verder bevindt zich Hellnar, nog een klein vissershaventje aan de
rand van de diep ingesneden kust. In Hellnar heeft de zee een grot in de grillige
basaltformaties uitgehouwen, die gedeeltelijk is ingestort. Een natuurstenen
brug houdt wel nog stand en is de thuis van allerlei soorten zeevogels.
In Lóndrangar,
weer wat verder westelijk gelegen op het schiereiland, staan twee grote
basaltkliffen van respectievelijk 75 en 61 meter hoog. Het zicht op de diep
ingesneden zuidkust aan de voet van Snaefellsnesjökull is onvergetelijk, evenals
de af en aan vliegende zeevogels.
We
hadden nu stilaan het meest westelijke punt van het schiereiland bereikt en
reden in noordelijke richting. We stopten nog voor een strandwandeling in de
baai van Dritvík, een zwart keienstrand omzoomd met bizar gevormde rotsen. Het
ligt bezaaid met roestige restanten van een schip dat hier in 1948 op de klippen
liep.
Aan de noordkust
beklommen we om af te sluiten nog Saxhóll, een ruim 100 meter hoge vulkaankrater
die 3.000 à 4.000 jaar geleden moet zijn gevormd. De weg naar de kraterrand was
lang en steil, de stenen verraderlijk, maar toch verdienden mijn twee 70-jarigen
alweer een pluim, want zij haalden de top.
Als afsluiter
bezochten we aan de noordkust nog Skardsvik, een mooi goudgeel zandstrand waar
in de zomer van 1962 een oud vikinggraf werd ontdekt. Behalve het
informatiebord is hier venwel niets meer van te vinden, want alle
archeologische vondsten werden overgebracht naar het Nationaal Museum van
IJsland in Reykjavík.
De
laatste 40 kilometer van onze rit rondden we gezwind in een halfuurtje af,
temeer omdat de gehele weg comfortabel was geasfalteerd. We namen onze intrek
in de moderne jeugdherberg in de haven van Grundarfjördur.
Nu tik ik
dit verslag in met zicht op de Kirkjufell, een 463 meter hoge berg die er een
beetje uitziet als een strijkijzer dat klaarstaat om alle plooien in het dorpje
Grundarfjördur plat te strijken. Het is nu ruim 23.30 uur, de zee is rustig en
de hemel is nog steeds bewolkt. Volgens de weersvoorspellers zal het de
volgende dagen wat bergaf gaan met het weer, en vinden de regenwolken alweer de
weg naar dit mooie eiland. Niets ergs, want morgen vertoeven we in IJslands
enige grote stad en hoofdstad: Reykjavík. Tot dan.
Groetjes
van Ginette, Etienne en Sven.
(Búdahraun, Snaefellsnes, IJsland)
Het kerkje van Búdir met besneeuwde bergen
(Búdir, Snaefellsnes, IJsland)
De kliffen van Arnarstapi met heel vele kleine baaien
(Arnarstapi, Snaefellsnes, IJsland)
Maquette van de Snaefellsnes
(Visitor Centre Snaefellsnes National Park, Snaefellsnes, IJsland)
Natuurlijke stenen brug in Hellnar
(Hellnar, Snaefellsnes, IJsland)
Welke twee zijn Ginette en Etienne?
(Hellnar, Snaefellsnes, IJsland)
Stormvogel
in volle vlucht
(Lóndrangar, Snaefellsnes,
IJsland)
Roestige getuigen v/e schipbreuk uit 1948 (die op de
voorgrond natuurlijk)
(Dritvík, Snaefellsnes, IJsland
... de schipbreukelingen van de Nautilus op de laatste foto.... :-)
BeantwoordenVerwijderenKapitein Nemo heeft ze dan toch maar vrijgelaten...
BeantwoordenVerwijderen