|
|||||||
|
|
IJSLANDREIS 2014
29-04-2014
> 27-05-2014
28-05-2014
> 29-05-2014
30-05-2014
> 13-06-2014
14-06-2014
> 25-06-2014
|
|||||
|
|
|
|
||||
Dag 27: zondag
25 mei 2014
|
|||||||
Traject:
|
Hvolsvöllur
(IS) > Vík (IS)
|
||||||
Via:
|
Skógar-Sólheimajökull-Dyrhólaey-Reynisdrangar
|
||||||
Kilometer auto:
|
89 km
|
||||||
Kilometer totaal:
|
6.238 km
|
||||||
Km-teller auto:
|
006.478
|
||||||
Weer:
|
Regenachtig
en winderig weer, in de namiddag iets droger, maar nog steeds buien, 9 graden
|
||||||
DAG 27: EEN NATTE
ZUIDKUST
Op de basaltrotsen van Reynishverfi (Reynishverfi, Vík í Myrdal, IJsland)
Neen,
de weergoden hadden totaal geen mededogen met ons. Vanmorgen bij het wakker
worden regende het nog harder dan gisterenavond en de wind was ook nog steeds
van de partij. De enige toegift die we hadden gekregen schuilde in het feit dat
we iets meer van het verregende berglandschap rondom ons te zien kregen, maar
daarbij hield het dan ook meteen op.
Vandaag
stond een niet zo lange rit naar het 40 kilometer verder gelegen Vík op het
programma, maar onderweg was er wel veel om te bekijken.
We
hielden al na 10 minuten rijden halt in Skógar, een klein gehuchtje langsheen
de ringweg, dat bekend staat om zijn prachtige waterval: de Skógafoss. Ze wordt
gevoed door de Skóga (heel vanzelfsprekend allemaal), die vanuit het gebergte
waarop de beroemde ijskappen van de Eyjafjallajökull (om makkelijk uit te
spreken: ej-ja-fjat-la-jeu-koetel) en de Mýrdalsjökull liggen, zich een weg
naar beneden zoekt.
De
regen en de wind sloegen ons om de oren, maar het kon evengoed het opstuivende
water aan de voet van de waterval geweest zijn, die ons nat maakte. In ieder
geval waren we daar niet alleen en werd een aantal bussen vol met kijklustigen
uitgeladen op nauwelijks 50 meter van het waterspektakel.
De rit
ging verder oostwaarts via ringweg 1. Na 10 kilometer sloegen we een 5
kilometer lange en slechte gravelweg (of was het meer een keienweg?) in op weg
naar de Sólheimajökull, een gletsjer die vanuit de Mýrdalsjökull het dal
inglijdt.Een korte wandeling van een tiental minuten voerde ons naar de
gletsjertong. Er lag ook een meer, maar grote stukken ijs lagen er eigenlijk
niet in. Op de gletsjer zelf kon je onder begeleiding een korte tocht maken,
maar het weer nodigde niet echt uit om dat daadwerkelijk te doen.
We
hobbelden de 5 kilometer keien terug in de richting van de ringweg en reden dan
naar Dyrhólaey, een vooruitstekende kaap in zee waarin het water een groot gat
heeft gemaakt. Deze kaap is het meest zuidelijke punt van het IJslandse
vasteland en is momenteel voor een groot deel afgesloten omwille van het
broedseizoen van de vele zeevogels die daar nestelen. Niettemin konden we via
een nieuw aangelegde weg langsheen de kaap naar een prachtig keienstrand, waar
we zicht hadden op de omringende kliffen en de reusachtige golven die hier op
het strand rollen.
Na onze
lunch reden we in de richting van Vík; de meest zuidelijk gelegen plaats in
IJsland, maar eerst sloegen we nog een zijweggetje in in de rchting van de zee,
naar Reynishverfi. Ook hier is aan de voet van de Reynisfjall, een
indrukwekkende klif, prachtig zwarte zand-en keienstrand te vinden, waarop de
geweldige branding stuk slaat. Aan de onderzijde van de klif zijn
indrukwekkende basaltformaties te vinden en er zijn ook grotten te vinden, die
de zee in de rotsen heeft uitgehouwen. Tegelijkertijd heb je een prachtig zicht
op de Reynisdrangar, een aantal bizarre rotsformaties in zee, waarvan menig
IJslander denkt dat het trollen zijn die werden verrast door de opkomende zon en
daardoor versteenden.
We
brachten nog een kort bezoek aan Vík, waar we de auto nog een keertje voltankten
en een wandeling langsheen het zwarte zandstrand maakten.
Rond 16
uur reden we naar onze overnachtingsplek: Reynir. Veel moet je je daar niet deze
keer niet bij voorstellen. Het gaat om een viertal containers op het erf van
een boerderij die zijn omgebouwd tot slaapkamertjes met bijbehorend toilet.
Weinig luxieus, maar je hebt wel een prachtig uitzicht op de kust die wordt
gedomineerd door het rotsmassief van Dyrhólaey.
Later op de avond moesten we
evenwel het zicht prijsgeven omdat er alweer lage regenwolken kwamen aandrijven
die de dag lieten eindigen zoals hij was begonnen: winderig en nat!
Morgen
gaan we terug naar Reykjavík en in de avond rijden we vandaar verder naar de
internationale luchthaven van Keflavík. Inderdaad, aan de vakantie van mijn
twee oudjes komt overmorgen een eind. Ik blijf achter met de auto en vertoef
dan enkele dagen in de hoofdstad, totdat volgende week vrijdag mijn vriend Kurt
me komt vergezellen op een nieuwe tocht doorheen dit mooie land.
Slaapwel.
Groetjes
van Ginette, Etienne en Sven.
(Sólheimajökull, IJsland)
Romantisch schuilen onder een basaltmuur
(Dyrhólaey, IJsland)
Dyrhólaey, het meest zuidelijke punt van IJsland
(Reynishverfi, Vík, IJsland)
Basaltformaties en –grotten aan de onderzijde van Reynisfjall
(Reynishverfi, Vík, IJsland)
Voor deze twee was poseren vóór de gletsjer ook al meer dan OK
(Sólheimajökull, IJsland)
Frisgroen moskussentje met regendruppels
(Sólheimajökull, IJsland)
Zicht op het zwarte zandstrand tussen Dyrhólaey en Reynir
(Dyrhólaey, IJsland)
Zicht op zee en strand vanuit een basaltgrot onder de
Reynisfjall
(Reynishverfi, Vík, IJsland)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten