Føroyar
ÍSLAND 2013
29-05-2013 >
07-07-2013
|
||||
Dag 13: maandag
10 juni 2013
|
||||
Traject:
|
Elduvík
> volle zee
|
|||
Via:
|
Tórshavn
|
|||
Kilometer auto:
|
61 km
|
|||
Kilometer totaal:
|
2.510 km
|
|||
Km-teller auto:
|
151.289
|
|||
Weer:
|
Zonnig
weer in het noorden, zwaar bewolkt maar droog in het zuiden, 12 graden
|
|||
DAG 13: AFSCHEID VAN DE FAEROEREILANDEN (EN VAN KURT)
Gisterenavond zijn we in
de omgeving van Elduvík nog een lange wandeling gaan maken langsheen het
bergpad dat de inwoners van het dorpje gebruikten om ’s zondags naar de kerk te
gaan in Oynarfjordur, een dorpje aan de andere kant van de berg. Immers,
vroeger was er geen kerkje in Elduvík. Het pad kronkelt langsheen steile
hellingen die aflopen in de rotskust bij de zee. De avondzon zette de hele baai
in een prachtige gloed. We moesten wel uitkijken waar we liepen, want voor je
het wist lag je enkele meters lager op de helling of waarschijnlijk zelfs direct
in zee. Geen pad om te doen bij winderig of regenachtig weer. We vroegen ons trouwens
af hoe ouderen dit in vroegere tijden deden.
Na een laatste nacht in
ons kleine onderkomen onder het grasdak, piepte vanmorgen de zon al door het
dakraampje. Het leek weer hoogzomer, maar Kurt voelde dat evenwel niet zo aan.
Sinds een aantal dagen al liep hij te snotteren en te hoesten en had hij
vanmorgen de verkoudheid pas goed te pakken. Zware hoestbuien waren zijn deel
en mijn hoestsiroop bleek slechts een klein lapmiddeltje te zijn.
Na een klein ontbijt
pakten we onze bagage samen en laadden we alles in de wagen. Vandaag was immers
de laatste dag van ons verblijf op de Faeroereilanden aangebroken en nam Kurt
rond 14.45 uur het vliegtuig richting Kopenhagen en Brussel, terwijl ik om 14
uur met de boot naar IJsland zou vertrekken.
We namen afscheid van
onze gezellige uitvalsbasis in Elduvík en reden naar Tórshavn. Onderweg maakte
de zon snel plaats voor sombere wolken en maakte het weer een volledige omslag,
op nauwelijks enkele kilometers afstand We hielden het gelukkig nog droog en in
Tórshavn parkeerden we onze auto aan de haven, waar de Norröna reeds klaar lag
om naar IJsland te varen.
We haalden eerst de
dakkoffer terug van zijn plaats om hem in de wagen te laden (200 euro minder te
betalen, remember?) en vervolgens brachten we nog een laatste bezoek aan de
hoofdstad. Kurt informeerde naar de prijs van een taxi die hem naar de
luchthaven zou brengen. Hij moest even slikken toen hij de prijs van 600 DKK (=
80 euro) hoorde vermelden. Eerder deze week werd er 190 DKK (= 28 euro)
gevraagd. Ik zag mij toch reeds in vliegende vaart Kurt naar de 40 minuten
verder gelegen luchthaven te voeren (veel tijd was er niet want ikzelf moest om
12.30 uur inchecken voor de overtocht), maar navraag bij het toerismebureau
leerde dat er dan toch een goedkoper alternatief van 200 DKK (= 29 euro)
voorhanden was. Kurt maakte een reservatie en de taxi zou hem om 12.45 uur
komen oppikken.
Toen dit in orde was
gebracht, gingen we nog een kleine lunch in een koffiebar aan de haven nuttigen
en daarna slenterden we nog wat rond in de straatjes van Tórshavn. Rond 12.30
uur hield onze gezamenlijke reis op en namen Kurt en ik afscheid van elkaar. Hier
gingen we elk onze eigen weg, hij huiswaarts, maar ik was daar nog lang niet
aan toe. Er wachten mij 3 avontuurlijke weken in IJsland, vanaf donderdagavond
gedeeld met de 3 vikingvrouwen Lies, Annie en Catharina.
Ik reed met de auto naar
de incheckbalie en na een half uurtje in de rij te wachten, mocht ik het
garagedek van het schip oprijden. Ik vond vlot de weg naar mijn gerieflijke
kajuit met buitenzicht (dit keer hoog en droog op de 8-ste verdieping, op
nauwelijks 10 meter naar de uitgang op het hoogste dek). Tja, trouwe passagiers
van de Norröna worden blijkbaar in de watten gelegd.
Stipt om 14 uur begonnen
de motoren warm te lopen en gleed de Norröna statig de haven van Tórshavn uit.
We vaarden doorheen de archipel van de Faeroereilanden eerst naar het oosten en
dan naar het noorden toe. Vanaf nu is dit bekend gebied en ik herkende veel
stadjes op de oever waar we de voorbije week hadden vertoefd. We vaarden ook
voorbij onze uitvalsbasis Elduvík, die ik nu eens vanaf zee kon bewonderen.
Niet lang daarna lieten
we de Faeroereilanden achter ons en voeren we de noordelijke Atlantische Oceaan
op. De donkere wolken hadden geleidelijk aan plaats gemaakt voor de zon en het
werd gewoonweg schitterend weer. Iedereen die toch maar een ligzetel kon te
pakken krijgen, lag te zonnen op het dek. De zee was zo glad als een spiegel en
er was nauwelijks deining. Kurt mocht jammer genoeg niet meer van deze kalme
zee meegenieten. Zelfs hij zou onder dergelijke omstandigheden geen
wonderpilletje tegen zeeziekte nodig hebben.
Na nog wat rondgewandeld
te hebben op het dek keerde ik naar mijn kajuit terug en maakte het mij naar
mijn zin. Terwijl ik dit stukje aan het schrijven ben, krijg ik een berichtje
van Kurt dat hij veilig is geland en dat hij reeds in de trein naar Gent zit en
dat het reeds donker is. Tja op een dag kan je vele richtingen uit. Hier gaat
de zon onder en zal het waarschijnlijk ook niet volledig donker worden.
Ik zal er evenwel niet
mijn slaap voor laten en hoop morgen wakker te worden om een hopelijk zonnig
IJsland aan de einder te zien opdagen. Ik vertel jullie er morgen in ieder
geval meer over.
Slaapwel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten