DAG 3: IN DE NEUS VAN DENEMARKEN: HET DJURSLAND

				Føroyar ÍSLAND 2013 29-05-2013 > 07-07-2013
Dag 3: vrijdag 31 mei 2013
Traject:		Silkeborg > Hobro
Via:		Aarhus, Ebeltoft, Grenaa, Randers
Kilometer auto:		242 km
Kilometer totaal:		1.217 km
Km-teller auto:		149.996
Weer:		Zonnig weer, 25 graden

DAG 3: IN DE NEUS VAN DENEMARKEN: HET DJURSLAND

De zon was vanmorgen rond 6.30 uur alweer trouw op de afspraak en scheen pal in mijn bed. We stonden vroeg op en na een verkwikkende douche  zaten we om 8 uur reeds in de prachtige tuin aan de oeverrand te genieten van een overheerlijk ontbijtbuffet met vers gebakken broodjes en allerlei lekkers. Mijn verkoudheid begon  te vervliegen en ik kon eindelijk wat meer genieten van het zomerse weer zonder regelmatig een snotterige zakdoek te moeten bovenhalen.

Na een uurtje genieten van de zon maakten we ons klaar en reden Silkeborg uit in de richting van het westen. De zon had plaats gemaakt voor grijze wolken waaruit voorlopig gelukkig geen regen viel. We reden naar Aarhus, de tweede grootste stad van Denemarken na Kopenhagen. In het centrum maakten we kennis met de mooie binnenstad en gingen we op zoek naar een paar nieuwe stapschoenen voor Kurt. Na ettelijke schoenwinkels te hebben aangedaan (een hele opgave voor Kurt) troffen we uiteindelijk een uitverkoren paar Scarpa’s aan die de job zouden moeten doen. Een hele verademing voor de vermoeide voeten van mijn vriend, die toch nog een 10-tal dagen met mij zal moeten optrekken, daarin begrepen heel wat wandelingen.

Tegen de middag verlieten we Aarhus in de richting van het Djursland, een schiereiland dat ten westen van de stad het Kattegat (de zee-engte tussen de Oostzee en de Noordzee) insteekt. De heuvelachtige streek wordt gezien als één van de mooiste van Denemarken en naast de golvende korenvelden van het binnenland vind je er prachtige kuststadjes. 

Ondertussen hadden de wolken weer plaats gemaakt voor een staalblauwe lucht met een uitbundig zonnetje. Wij trokken naar het bekoorlijke Ebeltoft, met zijn vakwerkhuizen en kleine kasseistraatjes. In de haven ligt in een droogdok het fregat de ‘Jylland’ (Deens voor ‘Jutland’),  een oud zeilschip dat in 1860 te water werd gelaten en dienst deed als oorlogsschip. De immense afmetingen van het schip spreken tot de verbeelding. De goed bewaard gebleven vertrekken en het prachtig onderhouden dek vulden snel enkele uurtjes en hierna begon de honger te knagen. We maakten nog een wandeling in de mooie dorpskom van Ebeltoft en na wat inkopen te hebben gedaan in de plaatselijke Aldi trokken we het binnenland in op zoek naar een schaduwrijk plekje om onze picknicktafel eens boven te halen. We vonden een niet al te schilderachtig plekje naast een grote houtstapel maar we zaten ten minste uit de zon. Tja, het was moeilijk om je voor te stellen dat op het op dit moment in ons landje slechts 12 graden was.

Na een uurtje siesta laadden we onze tafel en zeteltjes terug de auto in en reden naar Grenaa, een kuststadje aan de westkant van het schiereiland. Hierna zochten we terug de autosnelweg E45 op die ons nog een eindje naar het noorden meenam. We stopten in Hobro, een klein ingeslapen stadje aan het begin van de Mariagerfjord, en gingen op zoek naar de plaatselijke jeugdherberg (alweer). Na wat zoekwerk vonden we hem uiteindelijk verscholen achter het plaatselijke sportcomplex. Het vinden van de juiste persoon die ons moest inschrijven had ook nog wat voeten in de aarde, maar op het laatst konden we alweer genieten van een (weliswaar bloedhete) mooie tweepersoonskamer die de Deense jeugdherbergen zo typeert.

Een wandeling in het stadscentrum bracht ons bij de plaatselijke pizzaboer waar we ons tegoed deden aan een groot exemplaar. De warmte zinderde nog steeds na toen we moe maar voldaan ons naar onze kamer sleepten.

Een warme groet van

Kurt en Sven