zondag 30 juni 2013

DAG 32: LAND VAN DE IJSKAPPEN EN GLETSJERS


Føroyar
ÍSLAND 2013
29-05-2013 >
07-07-2013


Dag 32: zaterdag 29 juni 2013

Traject:
Vik í Myrdal > Höfn
Via:
Kirkjubajaerklaustur, Skaftafell, Jokulsarlón
Kilometer auto:
287 km
Kilometer totaal:
6.148 km
Km-teller auto:
154.629
Weer:
’s morgens bewolkt, naar het oosten toe zonnig, 18 graden

DAG 32: LAND VAN DE IJSKAPPEN EN GLETSJERS



Welkom in het land van de ijskoningen (zie foto). Vandaag ging de trip doorheen het rijk van de ijskappen en de gletsjers, maar ik begin in hotel Puffin in Vik, waar ik in mijn kleine knusse kamertje extra lang heb geslapen. Het was pas 8.30 uur eer ik wakker werd door een schuchter zonnestraaltje dat in de kamer door het raampje naar binnen scheen. Ik dacht al een mooie blauwe lucht te zien, maar de wolken waren in de meerderheid en maakten het de zon extra moeilijk. Ik hield het maar bij ochtendgrijs en hoopte dat de hemel wel zou uitklaren in de loop van de dag.

Na het ontbijt ging ik eventjes op internet en had via skype een babbel met Lies, één van mijn Vikingvrouwen, die ondertussen veilig en wel terug in Belgenland zijn. Het weer bij ons thuis was ook bewolkt en het was nauwelijks warmer dan hier in IJsland, dus niks om jaloers van te zijn.

Ik maakte nog een wandeling op het zwarte zandstrand van Vik, vooraleer ik de trip naar het oosten aanvatte. Rond 11 uur vertrok ik naar het 70 kilometer verder gelegen Kirkjubajaerklaustur, een stad met een onuitspreekbare naam, die zelfs door de IJslanders wordt afgekort tot ‘Klaustur’. Eenmaal uit Vik weg zag je reeds het ruim 150 kilometer verder liggend besneeuwde Oraefibergmassief liggen, waar de Hvannadalsjukur, IJslands hoogste berg, deel van uitmaakt. In Kirkjubajaerklaustur tankte ik diesel en kon weer een eindje verder bollen. 

Vooraleer ik de wereld van de ijskappen, gletsjers en zandvlakten indook, hield ik halt aan een verlaten zijweggetje van de ringweg, met zicht op de Lomagnupur, één van de merkwaardigste tafelbergen van IJsland. Ik at er met smaak mijn boterhammen op in en stralend zonnetje. De wolken hadden bijna helemaal plaats gemaakt voor een staalblauwe lucht. De besneeuwde bergen in de verte staken er schril tegen af.

Na mijn intermezzo reed ik de wereld van het ijs en de zandvlakten in. Aan de noordzijde domineerde de reusachtige Skeidararjökull, een immens brede gletsjer, de horizon, terwijl aan de zuidzijde de 1.000 m² grote Skeidararsandur, een immense zandvlakte, tot aan de oceaan reikte. Ik hield halt in Skaftafell, een prachtig wandelgebied dat tussen twee gletsjers ligt ingeklemd. Wat me de laatste dagen opvalt, is dat het aantal auto’s op de weg fors aan het toenemen is. En inderdaad, we naderen juli en dan begint in IJsland het weliswaar korte anderhalve maand durende hoogseizoen. Dit was er in Skaftafell ook aan te zien. De parking stond eivol en het was een komen en gaan van wandelaars en avonturiers die de nabijgelegen gletsjers beklommen. Hoeveel rustiger is het hier eind mei en begin juni.

Ik besloot om hier niet lang te blijven hangen en reed verder oostwaarts en stopte aan de Fjallsarlón, één van de eerste gletsjermeren die op enkele kilometer oostelijk van het veel bekendere Jokulsarlón ligt. Ook hier waren reeds heel wat toeristen neergestreken, maar ik maakte toch een wandeling langsheen het gletsjermeer aan de voet van een immense gletsjer. Het weer was zodanig dat ik er in T-shirt kon rondlopen.

Nauwelijks 5 minuten verder rijden, kwam ik aan het welbekende Jokulsarlón, een gletsjermeer aan de Breidamerkurjökull, dat via de korte rivier de Jökulsá rechtstreeks uitmondt in de zee. IJsbergen, afkomstig van de afkalvende gletsjer, drijven hier via de rivier naar de oceaan, waar zij een stille smeltdood sterven op het strand. Hier was er gelukkig niet teveel volk. Ik ging eerst wat rondstruinen op het strand. In vergelijking met september vorig jaar lagen er niet teveel ijsbergen, maar toch waren er een aantal exemplaren bij, die de grootte van een auto hadden. Na de strandwandeling ging ik terug naar het meer waar ik een prachtig zicht had op de prachtig gevormde en blauwwit gekleurde ijsbergen, waarvan sommigen zo hoog waren als een huis van enkele verdiepingen. Hierna reed ik de laatste 70 kilometer van de dag naar Höfn, mijn volgende overnachtingsplaats.    

Rond 20 uur was ik in mijn hotelletje in de haven van Höfn, een belangrijke vissersplaats in het zuidoosten van IJsland. Daar wachtte me een verrassing. Het jaarlijkse kreeftenfestival had hier juist plaats, met een optocht en optredens tot in de late uurtjes. Er waren zeker 300 mensen aanwezig, wat veel is naar IJslandse normen. Ik heb wat meegenoten van de sfeer maar heb het toch niet zo laat getrokken. Terwijl ik dit stukje aan het intikken ben heb ik zicht op de haven waar een groot kampvuur brandt, waarrond de feestvierders zich hebben verzameld. Heel gezellig allemaal, maar het wordt maar niet donker, waardoor het kampvuur toch iets van zijn charme verliest.

Ik ga er maar eens vandoor naar dromenland en hoop dat ze hier niet teveel lawaai maken, want IJslanders durven wel eens uit de bol te gaan wanneer ze beginnen te drinken. Voorlopig blijft het hier in ieder geval redelijk stil.

Slaapwel


Sven 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten