woensdag 12 juni 2013

DAG 14: EERSTE DAG IN IJSLAND, LAND VAN DE WATERVALLEN


Føroyar
ÍSLAND 2013
29-05-2013 >
07-07-2013


Dag 14: dinsdag 11 juni 2013

Traject:
Volle zee > Reydarfjördur (IS)
Via:
Seydisfjördur, Egilsstadir
Kilometer auto:
66 km
Kilometer totaal:
2.576 km
Km-teller auto:
151.355
Weer:
Bewolkt maar in de namiddag opklaringen, 12 graden

DAG 14: EERSTE DAG IN IJSLAND, LAND VAN DE WATERVALLEN


De zee was vanmorgen om 7 uur nog steeds uiterst kalm. Doorheen het raam van mijn kajuit kon je nauwelijks een golfje onderscheiden, enkel de oceaandeining was waarneembaar. Er hing een somber wolkendek boven het water van de North Atlantic.

Ik nam een klein ontbijt en toen ik aan mijn tafeltje uitkeek over de voorbijglijdende watermassa’s, kwam er plots een zonnestraal doorheen de wolken piepen. Waarschijnlijk naderden we land. Ik maakte me klaar om buiten op het dek te kijken of IJsland reeds in zicht was. Ik verwachtte nog allemaal water rond mij te zien maar aan bakboord was reeds de rotskust en de vuurtoren van Dalatangi te zien, het punt waarop de Norröna zich richt om tot hier in IJsland te varen. We zagen evenwel maar een deel van het landschap, want op zo’n 50 meter hoogte hing een dik wolkendek, die alle bergen en heuvels aan het zicht onttrok. De zon was weer volledig verdwenen. Er stond evenwel geen zuchtje wind, iets wat voor IJsland eerder uitzonderlijk is. We vaarden nu de Seydisfjord volledig binnen. Aan het uiteinde kon je reeds Seydisfjördur zien liggen, een nog wat ingeslapen havenstadje op dit vroege uur.

Aan de kade was er evenwel wat bedrijvigheid en begon de IJslandse douane zich klaar te maken voor haar wekelijkse taak. Ik ging alvast naar het garagedek en had amper tijd om mijn plooibox in de auto te laden toen ik reeds van de boot mocht rijden. Ik was de tweede in rij en vreesde al dat de douaniers bij de eerste controles al te ijverig zouden zijn met het doorzoeken van de wagen naar allerlei verboden producten (teveel wijn, vleesproducten (alhoewel ik maar 4 worstjes mee had). Niets echter van dat alles. De (alweer mannelijke) vertegenwoordiger van de IJslandse staat moest enkel weten wat ik kwam doen en hoelang ik mij op IJslandse bodem zou ophouden. Na het antwoord te hebben gekregen op zijn twee vragen en een blik op mijn identiteitskaart mocht ik doorrijden, de IJslandse vrijheid in. Nog nooit meegemaakt: op nauwelijks 5 minuten stond ik van het garagedek van de Norröna op de parking in Seydisfjordür en had ik ondertussen al IJslandse kronen afgehaald.

Nadat ik de dakkoffer terug op zijn plaats had bevestigd reed ik naar het plaatselijke warenhuis voor wat mondvoorraad en om 11 uur was ik volledig klaar om mijn 5-de avontuur in dit mooie land te beginnen. Ik koos direct reeds voor een lange wandeltocht doorheen de vallei van de Fjardará, een bergstroom die vanuit de Fjardarheidi naar de Seydisfjord stroomt. Hij overbrugt daarbij heel wat abrupte niveauverschillen, waardoor in zijn bedding heel wat watervallen ontstaan. Er loopt langsheen de oever een duidelijk met groen-gele paaltjes gemarkeerde wandelweg (in IJsland niet steeds evident) vanuit Seydisfjordür naar de bovenzijde van het dal en die wandeling zou ik in een uurtje of twee maken. Het werden er uiteindelijk bijna vijf! Voor vandaag heb ik wel genoeg watervallen gezien.Ik heb ze niet allemaal geteld, en de ene is groter dan de andere, maar het moeten er honderden geweest zijn.   

Na mijn intensieve inspanning verliet ik Seydisfjördur en reed ik de Fjardarheidi, de 600 meter hoge bergpas, over en kwam in Egilsstadir uit, de administratieve hoofdstad van Oost-IJsland maar naar ons normen niet meer dan een gemeente die even groot is als Waarschoot. Ik stopte even bij het toeristisch informatiebureau en reed dan verder door het Fagridal naar het 35 kilometer verderop gelegen Reydarfjordür, een bedrijvige haven aan de gelijknamige fjord.

Rond 18 uur reed ik Reydarfjördur binnen, waar ik mijn eerste nacht op IJslandse bodem zou doorbrengen in de plaatselijke jeugdherberg. Ik wilde inchecken in mijn beste Engels, toen ik werd aangesproken in het schoon Vlaams. Inderdaad, Marleen (of Marlín in het IJslands) is eigenlijk Belgische en afkomstig uit de buurt van Gent, heeft in Antwerpen gewoond en woont hier al in IJsland sinds 1991 en is getrouwd met een IJslander. Zij heeft hier lessen biologie, chemie en fysica (in het IJslands!) gegeven in de plaatselijke school, maar daarna heeft ze een bed-and-breakfast geopend en de laatste jaren is ze aangesloten bij het netwerk van de jeugdherbergen. Ik kreeg een mooie kamer toegewezen in een prachtige woning verder in de straat.

Nadat ik me wat had verfrist, ging ik terug naar het hoofdgebouw waar ik in Marleens restaurant me tegoed deed aan vers lamsvlees met gebakken aardappelen en rode kool, aangevuld met een heerlijke saus. Ik had niet gedacht dat mijn eerste IJslandse avondmaal door een Belgische madam zou worden klaargemaakt. Ik kreeg vooraf nog een heerlijke visschotel van het huis aangeboden. En morgenochtend mag ik dan nog eens een ontbijt gaan nuttigen.

We praatten honderduit over het leven hier op IJsland en hoe het leven hier zoveel meer gezapig verloopt. Marleen keert nog wel af en toe terug naar België, maar het leek me duidelijk dat haar verdere leven en toekomst hier in IJsland ligt. Ik kan ze geen ongelijk geven.      
       
Zo, het is nu bijna 23.30 uur IJslandse tijd en alhoewel het wat schemert onder de overwegend bewolkte lucht kan je hier buiten nog steeds zonder problemen een boek zitten lezen. Ik ga de dikke gordijnen nu toeschuiven en mijn eerste nacht op IJsland verslapen. 

Morgen vertel ik verder.

Slaapwel







Sven 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten