woensdag 26 juni 2013

DAG 20: NAAR HET EINDE VAN DE WERELD


Føroyar
ÍSLAND 2013
29-05-2013 >
07-07-2013


Dag 20: maandag 17 juni 2013

Traject:
Osar > Djupavik
Via:
Vatsnes, Brú, Hólmavik
Kilometer auto:
270 km
Kilometer totaal:
4.311 km
Km-teller auto:
152.792
Weer:
Betrokken weer ’s morgens, in de namiddag alweer brede opklaringen, 16 graden

DAG 20: NAAR HET EINDE VAN DE WERELD


Vanmorgen ontwaakten we onder een bewolkte hemel, maar de ervaring van de laatste dagen leert ons dat we daarover helemaal niet bezorgd moeten zijn, omdat in de loop van de dag de hemel steeds weer opentrekt en dat we in de namiddag steevast het zonnetje mogen begroeten. We duimen alvast.

Het ontbijt werd in de gemeenschappelijke keuken van onze bungalow gebruikt en nadat we onze bolide alweer volgeladen hadden trokken we rond 10 uur de deur achter ons dicht. Na een korte rit van amper een kilometer hielden we halt bij het uitkijkplatform ter hoogte van Hvitserkur, een rotspartij die vòòr de kust op het strand staat en lijkt op een draak of prehistorisch monster dat op het strand rustig aan het drinken is. Vele vogels nestelen zich in deze vrijstaande wand en laten heel wat uitwerpselen op de rotsen achter, die het gesteente een witte kleur geven, vandaar de naam Hvitserkur of ‘wit hemd’.

We rijden verder het schiereiland Vatsnes af in noordelijke richting. Na ongeveer 30 kilometer over gravelweg te zijn gehobbeld komen we aan een uitkijkplaats voor zeehonden, althans, zo wordt het aangegeven op een bord langsheen de weg. We zijn er niet alleen. Vele spotters hebben postgevat op het keienstrand, maar tevergeefs, de zeehonden laten zich niet zien. Plots wordt dan toch een koppeltje van deze elegante zeezoogdieren gespot, doch met het blote oog zijn ze nauwelijks te zien.

Aan de horizon begint de hemel open te trekken en geleidelijk aan komen de besneeuwde bergtoppen van de Westfjorden in zicht. We rijden Vatsnes verder terug in zuidelijke richting en sluiten aan op de ringweg 1. Na ongeveer 50 kilometer rijden komen we aan in Brú, IJslands voor ‘brug’, een belangrijk knooppunt waarbij de ringweg en de wegen die leiden naar de Westfjorden elkaar ontmoeten. We gooien de dieseltank nog eens goed vol, voorzien onze eigen inwendige mens ook nog van allerlei lekkers en een uurtje later beginnen we aan onze 250 kilometer lange rit naar onze eindbestemming van vandaag: Djupavik, een onooglijk gehuchtje aan de oostkust van de schiereiland van de Westfjorden. Het weer is ondertussen volledig opgeklaard en we rijden onder een staalblauwe hemel in noordelijke richting.

Onderweg houden we nog even halt in Hólmavik, de laatste grote ‘stad’, waar we nog wat boodschappen doen en dan begint het echte werk. We rijden langsheen de Strandavegur, een kustweg die zich langsheen steile berghellingen, kleine fjorden en de woeste rotskusten van de Noordelijke IJszee naar het noorden slingert.
Na ongeveer 100 kilometer slingerende gravelweg te hebben verwerkt, doemt in een diep ingesneden fjord de verlaten en vervallen haringfabriek van Djupavik op, samen met een handvol huisjes en een hotel, waar we vannacht zullen slapen. De omringende bergen en de krachtige waterval die ter hoogte van het gehuchtje naar beneden klettert geven het geheel een melodramatische aanblik.

We trekken in in Alfasteinn, één van de gerestaureerde cottages en genieten van een welverdiend aperitief, vooraleer we een lekkere visschotel in het gemoedelijke hotel Djupavik gaan verorberen. Algauw trekken we ons terug in de cottage en genieten van een welverdiende nachtrust, dromend van een weg vol bochten langsheen steile kusthellingen en bergflanken. Slaapwel.


Sven, Lies, Annie en Catharina.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten