Føroyar
ÍSLAND 2013
29-05-2013 >
07-07-2013
|
||||
Dag 9: donderdag
6 juni 2013
|
||||
Traject:
|
Elduvík
-> Elduvík
|
|||
Via:
|
Tórshavn, Nólsoy
|
|||
Kilometer auto:
|
122 km
|
|||
Kilometer totaal:
|
1.965 km
|
|||
Km-teller auto:
|
150.744
|
|||
Weer:
|
’s Morgens
betrokken, ’s namiddags breder wordende opklaringen en zonniger, 18 graden
|
|||
DAG 9: BEZOEK AAN NÓLSOY EN DE HOOFDSTAD TÓRSHAVN
Door het betrokken weer
werd de nacht hier weer heel eventjes donker, of beter gezegd hij viel in een
diepe schemering. Vanmorgen was het uit met de zonnige, zomerse pret.
Diepgrijze wolken hielden de zon op afstand en de omringende bergtoppen waren
gehuld in grauwe wolkensluiers.
We hadden vanmorgen nu
eens geen haast met ons ontbijt en pas rond 10.30 uur reden we ons kleine
dorpje uit in de richting van Tórshavn, de hoofdstad van de Faeroereilanden. We
hadden ons voorgenomen om een bezoekje te brengen aan het eiland Nólsoy, dat als
een wal de baai van Tórshavn beschermt tegen de woelige golven van de
noordelijke Atlantische Oceaan.
Nadat we in de haven van
Tórshavn de auto hadden geparkeerd, namen we de ferry naar het eiland. De zee
was betrekkelijk kalm, maar Kurt had voor alle zekerheid toch opnieuw één van
zijn magische pilletjes tegen de zeeziekte tot zich genomen, zodat hij niet
voor verrassingen kon komen te staan. Na ongeveer 20 minuten varen, legden we
aan in de haven van het pittoreske vissersdorpje. Ook auto’s van de
eilandbewoners kwamen mee, maar buiten de smalle straatjes van het dorpje
Nólsoy, waren er op het overigens 8 kilometer lange eiland niet te veel wegen
om op te rijden.
Het dorpje Nólsoy ligt
op het smalste stuk van het eiland, dat op die plaats nauwelijks 100 meter
breed is. Aan de kant van de haven is er rustig water, maar aan de oceaanzijde
beuken de woedende golven ongenadig in op het land, waarbij diepe grotten zijn
ontstaan, die het erboven liggende land onstabiel maken en voortdurend
eroderen. Ooit zal deze landtong waarschijnlijk worden doorbroken, waardoor er
twee eilanden zullen ontstaan, een kleintje in het noorden en het een heel
groot eiland in het zuiden.
We zakten verder af naar
het stadje waar we ons gingen verwarmen in het plaatselijke toeristenkantoor aan
een warme koffie en een lekkere wafel. Toen we opnieuw buiten kwamen, begon tot
onze grote verbazing het grijze wolkendek te breken en verschenen er steeds
meer en meer opklaringen. De juni-zon deed haar werk met verve en binnen de
kortste keren konden we weer in T-shirt door de kleine straatjes lopen. De
meeste huisjes waren netjes onderhouden en waar dit nog niet het geval was werd
er duchtig gerestaureerd.
We maakten nog een korte
wandeling in de richting van de 372 meter hoge Eggjarklettur, het hoogste punt
van het eiland. Aan de oostzijde ervan huist ’s werelds grootste kolonie
stormvogels, maar zover konden we niet meer wandelen, want rond 16.50 uur kwam
de boot ons terug ophalen en voeren we weer naar Tórshavn.
In de haven van Tórshavn
was ondertussen de veerboot ‘Norröna’ uit IJsland terug binnengelopen. Die
blijft hier nog tot vanavond om 20 uur liggen en vangt dan zijn terugreis naar
Hirtshals in Denemarken aan, waar hij zaterdagmiddag aankomt. Wanneer hij
maandag hier opnieuw de haven aandoet reis ik verder mee naar IJsland en vliegt
Kurt terug huiswaarts. Zover zijn we evenwel nog niet.
Terug aangekomen in de
hoofdstad maakten we nog een kleine wandeling doorheen het centrum van de 18.000 inwoners tellende
stad, naar Faroerse normen een reuzenstad. De zon was nu volledig doorgebroken
en menig terrasje in de havenbuurt zat vol.
Rond 19 uur keerden we
terug naar onze thuisbasis in het noorden. We reden een uurtje doorheen
prachtige kale en ruige landschappen. In
Elduvík was de zon ondertussen ook weer doorgebroken en hadden we weer een
prachtig zicht op de zee en de omringende bergen.
We maakten nog ons
avondeten klaar en speelden nog een paar spelletjes Carcassonne, maar rond
23.30 kropen we naar ons ondertussen bekende zoldertje onder de balken van het
grasdak. Morgen staan we immers wat vroeger op, want er staat weer een boottrip
op het programma, dit keer naar Mykines, het meest westelijk gelegen eiland van
de archipel. Morgen lezen jullie er meer over.
In ieder geval slaapwel
en we hopen dat morgen de weersvoorspellers er opnieuw duchtig naast zitten, in
positieve zin wel te verstaan.
Tot morgen
Sven en Kurt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten